Transcript
Handleiding Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de Roland Digital Piano RD-300SX.
201a Lees eerst aandachtig de volgende rubrieken voor u dit toestel gaat gebruiken: “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 2; p. 4). Deze rubrieken bevatten belangrijke informatie over de correctie bediening van het apparaat. Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuw apparaat goed begrijpt, dient u de handleiding in haar geheel te lezen. Hou de handleiding bij de hand zodat u ze naar believen kunt raadplegen.
202
Copyright © 2004 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag in gelijk welke vorm worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN TE VOORKOMEN Over de labels
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
LET OP
LET OP
Over de pictogrammen Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op dodelijke ongevallen of zware verwondingen bij onjuist gebruik van het apparaat. Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het apparaat.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt om aan te geven dat het apparaat nooit uit elkaar mag worden gehaald.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige gevolgen voor het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen.
Dit pictogram ● maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram betekent dat de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact moet worden gehaald.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
001
008c
• Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan om de onderstaande aanwijzingen en de gebruikershandleiding te lezen.
• Gebruik uitsluitend de adapter die bij het apparaat wordt geleverd. Zorg bovendien dat het voltage bij de installatie overeenkomt met het voltage van de adapter. Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage. Het gebruik van deze adapters kan resulteren in schade, defecten of elektrische schokken. ..........................................................................................................
.......................................................................................................... 002c
• Maakt het apparaat of de adapter nooit open en breng geen wijzigingen aan. .......................................................................................................... 003
• Probeer het apparaat niet zelf te repareren of onderdelen ervan te vervangen (tenzij deze handleiding u hiervoor specifieke instructies biedt). Laat alle onderhoud uitvoeren door uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur, zoals aangegeven op de pagina ‘Informatie’. .......................................................................................................... 004
• Gebruik of bewaar het apparaat nooit op plaatsen die: • onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bijvoorbeeld direct zonlicht in een gesloten voertuig, nabij een verwarmingsbuis, op een warmtebron); • een hoge luchtvochtigheid hebben (zoals badkamers, wasruimten, op natte vloeren); • vochtig zijn; • blootgesteld zijn aan regen; • stoffig zijn; • onderhevig zijn aan sterke trillingen. .......................................................................................................... 005
• Gebruik voor dit apparaat enkel een rack of statief dat goedgekeurd is door Roland. ..........................................................................................................
008e
• Gebruik enkel het bevestigde netsnoer. Het bijgeleverde netsnoer mag ook nooit voor een ander apparaat worden gebruikt. .......................................................................................................... 009
• Buig en draai het netsnoer niet te veel en plaats er geen zware voorwerpen op. Als u dit wel doet, kan het snoer beschadigd raken en kortsluiting veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand of elektrocutie veroorzaken! .......................................................................................................... 010
• Dit apparaat zou, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizingen in uw oren gewaar wordt, staak dan onmiddellijk het gebruik van dit apparaat en raadpleeg een gehoorspecialist. .......................................................................................................... 011
• Zorg dat er geen voorwerpen (bijvoorbeeld brandbare materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enzovoort) in het apparaat kunnen binnendringen.
006
• Wanneer u het apparaat op een rack of statief (goedgekeurd door Roland) plaatst, zorg dan dat de rack of het statief waterpas en stabiel staat. Ook als u geen rack of statief gebruikt, moet u zorgen dat het apparaat op een stevig en waterpas oppervlak staat, dat voldoende steun biedt en het apparaat niet doet wankelen. ..........................................................................................................
2
..........................................................................................................
LET OP
WAARSCHUWING 012b
101b
• Schakel het apparaat onmiddellijk uit, haal de adapter uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur (raadpleeg de pagina ‘Informatie’) indien:
• Het apparaat en de adapter moeten zo worden geplaatst, dat hun locatie of positie een goede ventilatie waarborgen. ..........................................................................................................
• de adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd; • rook of een vreemde geur ontstaat; • voorwerpen of vloeistof in het apparaat zijn terechtgekomen; • het apparaat is blootgesteld aan regen (of op andere wijze nat is geworden); • het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of een duidelijke verandering in de prestaties vertoont. .......................................................................................................... 013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is zich te houden aan de richtlijnen die essentieel zijn voor een veilig gebruik van het apparaat. .......................................................................................................... 014
• Bescherm het apparaat tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!) .......................................................................................................... 015
• Sluit het netsnoer van dit apparaat niet aan op een stopcontact waarop al een groot aantal andere apparaten zijn aangesloten. Wees in het bijzonder voorzichtig met verlengsnoeren – het gezamenlijke vermogen van alle, op het verlengsnoer aangesloten apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogensbereik (watt/ ampère) van het verlengsnoer. Door overmatige belasting kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten. .......................................................................................................... 016
• Voordat u het apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u het best contact op het uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur. Deze zijn te vinden op de pagina “Informatie”. .......................................................................................................... 023
• Speel een cd-romschijf NOOIT af op een gewone audio-cd-speler. Het resulterende geluid kan permanent gehoorverlies veroorzaken. Bovendien kan er schade ontstaan aan luidsprekers of andere systeemonderdelen. ..........................................................................................................
101c
• Gebruik voor dit toestel (RD-300SX) uitsluitend een Roland KS-12 statief. Het gebruik van andere statieven (of wagentjes) kan instabiliteit veroorzaken en verwondingen tot gevolg hebben. .......................................................................................................... 102c
• Neem uitsluitend de stekker vast wanneer u het netsnoer in een stopcontact of in dit apparaat steekt, of wanneer u het uittrekt. .......................................................................................................... 103b
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact en reinig deze met een droge doek om stof en andere ophopingen uit de kieren te vegen. Verwijder ook de stekker uit het stopcontact als u het apparaat lange tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte isolatie en brand veroorzaken. .......................................................................................................... 104
• Probeer het in elkaar verwikkelen van snoeren en kabels te voorkomen. Snoeren en kabels moeten bovendien altijd buiten het bereik van kinderen worden geplaatst. .......................................................................................................... 106
• Klim nooit op het apparaat en plaats er geen zware voorwerpen op. .......................................................................................................... 107c
• Neem het netsnoer of de stekker nooit vast met natte handen wanneer u het in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u het uittrekt. .......................................................................................................... 108b
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, koppelt u de kabels van alle externe apparaten los. .......................................................................................................... 109b
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, schakelt u het uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p. 11, p. 13). .......................................................................................................... 110b
• Indien er in de omgeving een onweer wordt verwacht, haalt u de adapter uit het stopcontact. .......................................................................................................... 118a
• Indien u de schroef van de aardklem moet verwijderen, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken. ..........................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN 291a
Lees naast de rubriek “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” op pagina 2 ook de volgende punten even door:
Voeding 301
• Sluit dit apparaat niet aan op hetzelfde stopcontact als elektrische toestellen met een omvormer (zoals een ijskast, wasmachine, magnetron of airco) of een motor. Naargelang van de manier waarop dit elektrische toestel wordt gebruikt, kan de stroombron storingen of een hoorbaar gebrom veroorzaken. Kunt u geen apart stopcontact gebruiken, plaats dan een ontstoringsfilter tussen uw digitale piano en het stopcontact.
302
• De adapter produceert warmte als hij langere tijd zonder onderbreking wordt gebruikt. Dat is normaal en geen reden tot ongerustheid.
307
• Voordat u dit instrument op andere apparaten aansluit, schakelt u het best alle apparaten uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.
Plaatsing 351
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt van stroomversterkers (of andere apparatuur met grote stroomtransformators), kan er brom ontstaan. Om dit probleem te verhelpen, oriënteert u dit apparaat anders of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
352a
• Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst storen. Gebruik het daarom niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.
352b
• Er kan ruis ontstaan als draadloze communicatiemiddelen zoals mobiele telefoons in de nabijheid van dit apparaat worden gebruikt. Deze ruis kan optreden wanneer u wordt opgebeld of zelf belt, of tijdens het telefoongesprek zelf. Als u dergelijke problemen ondervindt, dient u de draadloze toestellen verder van dit apparaat plaatsen of ze uit te schakelen.
354a
• Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in een afgesloten voertuig en stel het ook op geen enkele andere wijze bloot aan extreme temperaturen. Buitensporige warmte kan het apparaat immers doen vervormen of verkleuren. 355b
• Bij verplaatsing tussen locaties met een groot verschil in temperatuur en/of luchtvochtigheid, kunnen er zich in het apparaat waterdruppeltjes (condens) vormen. Als u het apparaat in deze conditie gebruikt, kunnen er beschadigingen of storingen ontstaan. Laat het apparaat daarom voor gebruik enkele uren acclimatiseren. Zo krijgt condens de kans om volledig te verdampen.
358
• Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dit kan defecten veroorzaken, bijv. toetsen die geen geluid meer produceren.
Onderhoud 401a
• Voor dagelijkse reiniging veegt u het apparaat schoon met een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Voor hardnekkig vuil gebruikt u een doek geïmpregneerd met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Wrijf het apparaat daarna goed droog met een zachte, droge doek.
4
402
• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of enige soort van oplosmiddel, want deze kunnen verkleuring en/of vervorming veroorzaken.
Herstellingen en data 452
• Houd er rekening mee dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kunnen gaan tijdens een herstelling. Maak daarom van belangrijke data altijd een back-up in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) of schrijf ze neer (als dat mogelijk is). Er wordt bij het herstellen voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te vermijden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data echter niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
Verdere voorzorgsmaatregelen 551
• Hou er rekening mee dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan als gevolg van een defect of door onjuist gebruik van het apparaat. Om het risico op verlies van belangrijke data te beperken raden we u aan om regelmatig een back-up op een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) te bewaren van de belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat hebt opgeslagen. 552
• Helaas is het onmogelijk om data te herstellen die op een ander MIDI-apparaat zijn opgeslagen (bijv. een sequencer), nadat deze dat eenmaal verloren zijn gegaan. Roland Corporation kan niet aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data. 553
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met de nodige zorg. Dat geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruw gebruik kan tot defecten leiden. 556
• Neem bij het aansluiten en loskoppelen van kabels steeds de stekker vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen of schade aan de interne componenten van de kabel. 558a
• Zet het volume van het apparaat niet te luid zodat u uw buren niet stoort. U kunt eventueel een hoofdtelefoon gebruiken; zo hoeft u zich geen zorgen te maken over de mensen in uw omgeving (vooral ’s avonds laat). 559a
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, gebruikt u het best de originele verpakking (inclusief vulling). Als dat niet kan, dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking. 561
• Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal (EV-5, EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander expressiepedaal gebruikt, is er kans op defecten of zelfs schade aan het toestel.
Cd-rom’s gebruiken 801
• Zorg ervoor dat u de glanzende onderzijde (het gecodeerde oppervlak) van de schijf niet aanraakt of bekrast. Beschadigde of vuile cd-romschijven worden mogelijk niet goed gelezen. Houd uw schijven schoon met een in de handel verkrijgbare cd-reiniger.
Inhoud Voornaamste kenmerken ...............................................................................................................8 Paneelbeschrijving ............................................................................................................................9 Voorpaneel .................................................................................................................................................. 9 Achterpaneel ............................................................................................................................................. 10
Voorbereidingen .............................................................................................................................. 11 Aansluitingen maken............................................................................................................................... 11 De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur ................................................................................. 12 Pedalen aansluiten ........................................................................................................................ 12 Het apparaat in- en uitschakelen ........................................................................................................... 13 Het volume regelen.................................................................................................................................. 14 Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune)......................................... 15
Overzicht van de RD-300SX ........................................................................................................ 16 Basisstructuur van de RD-300SX............................................................................................................ 16 De klanken................................................................................................................................................. 16 Basisbediening van de RD-300SX .......................................................................................................... 16 De instellingen wijzigen............................................................................................................... 16
De demo's beluisteren (Demo Play)......................................................................................... 17 Spelen op het klavier ...................................................................................................................... 18 Piano spelen (ONE TOUCH [PIANO]) ................................................................................................. 18 Spelen met een hele reeks Tones ............................................................................................................ 19 Meerdere Tones met het klavier spelen ................................................................................................ 20 Overschakelen op Single Mode................................................................................................... 20 Spelen met twee gelayerde Tones ([DUAL])............................................................................. 21 Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT])....................................... 22 De Tone voor een Zone wijzigen ................................................................................................ 24 Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL-regelaars).............................. 24 De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE])............................................................. 25 De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen ............................................................................... 26 De Velocity wijzigen wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op “Fixed”. ............... 26 Galm toevoegen aan het geluid ([REVERB])........................................................................................ 27 Het soort reverb-effect veranderen ............................................................................................ 27 De diepte van het reverb-effect kiezen (Reverb Depth) ........................................................... 27 Allerhande effecten toevoegen aan de klank ([MULTI EFFECTS]) .................................................. 28 De diepte van het effect wijzigen................................................................................................ 28 Het soort Multi-effect wijzigen ................................................................................................... 29 Een wervelend geluid aan Organ Tones (Rotary-effect) toevoegen...................................... 29 De toonhoogte van een klank in real time veranderen (Bender/Modulation-hendel)................................................................................................................. 30 Een consistentere klank produceren ([SOUND CONTROL])............................................................ 30 Het lage, midden- en hoge frequentiebereik regelen (EQUALIZER)............................................... 31
Handige functies gebruiken tijdens het spelen.................................................................... 32 Ritmepatronen spelen ([RHYTHM]) ..................................................................................................... 32 Het ritmepatroon veranderen ..................................................................................................... 32 Het tempo van het ritme veranderen......................................................................................... 33 Het ritmevolume veranderen...................................................................................................... 33 Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP])........................................................................................... 34 Instellingen opslaan in Setups ([WRITE])............................................................................................. 35 De knoppen uitschakelen (Panel Lock)................................................................................................. 36
5
Inhoud
Instellingen voor elke functie ([EDIT]) ...................................................................................... 37 Instelbare parameters............................................................................................................................... 37 Systeeminstellingen maken (System) .................................................................................................... 37 Instellingen vastleggen................................................................................................................. 37 Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tuning) ...................................... 38 De Stemming aanpassen (Temperament, Key)......................................................................... 38 Precieze aanpassing van akkoordensonoriteit (Stretch Tune)................................................ 38 De polariteit van het pedaal omkeren (Damper Pedal Polarity)............................................ 38 De polariteit van het pedaal omkeren (Control Pedal Polarity) ............................................ 39 Setups kiezen met Program Change-berichten (Setup Control Channel) .............................................................................................................. 39 De pedaal gebruiken om een andere Setup te kiezen (Setup Pedal Shift)............................ 39 Het USB-stuurprogramma instellen........................................................................................... 39 Instellingen in verband met de Setup (Common) ............................................................................... 40 Instellingen vastleggen................................................................................................................. 40 De Zone instellen waaraan Multi-Effecten worden toegevoegd (MFX Zone) ..................... 40 De pedaalfunctie wijzigen (Control Pedal-functie).................................................................. 40 Tone-instellingen (Tone-parameter) ...................................................................................................... 41 Instellingen vastleggen................................................................................................................. 41 De Tone Elements wijzigen (Cutoff/Resonance/Attack Time/Decay Time/Release Time)............................................. 41 De hoeveelheid reverb instellen die op elke Tone wordt toegepast (Reverb Send Level) . 41 De toonhoogte wijzigen (Fine Tune) .......................................................................................... 42 De Bend Range wijzigen (Bend Range) ..................................................................................... 42 De instellingen voor elke Zone apart maken Zone-parameter) ........................................................ 42 Instellingen vastleggen................................................................................................................. 42 De toonhoogte van de Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose) 43 De Pan instellen............................................................................................................................. 43 De controllers in- en uitschakelen .............................................................................................. 43 Part On/Off (Part) .................................................................................................................................... 43 Utility-instellingen (Utility) .................................................................................................................... 44 Setups naar externe apparaten overbrengen (Setup Bulk Dump) ......................................... 44 De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset)................................................... 45 De MIDI Tx Mode instellen ......................................................................................................... 46 Local Control in- en uitschakelen ............................................................................................... 46
Externe MIDI-apparatuur aansluiten......................................................................................... 47 Wat is MIDI? ............................................................................................................................................. 47 Over MIDI-aansluitingen............................................................................................................. 47 Aansluiten op externe MIDI-klankgeneratoren ....................................................................... 47 De RD-300SX gebruiken als Master-klavier ......................................................................................... 47 Klanken kiezen op een extern MIDI-apparaat.......................................................................... 47 Uw uitvoering op de RD-300SX opnemen op een externe MIDI-sequencer................................... 48 Aansluiten op een externe sequencer............................................................................................ 48 Opname-instellingen .................................................................................................................... 48 De uitvoering opnemen ............................................................................................................... 48 De interne klankgenerator van de RD-300SX bespelen vanuit een extern MIDI-apparaat........... 49 Klanken van de RD-300SX kiezen op een extern MIDI-apparaat ..................................................... 49 Setups kiezen ................................................................................................................................. 49
Aansluiten op uw computer via USB (USB-modus) ......................................................... 50 Wisselen van USB-stuurprogramma's................................................................................................... 50 MIDI-berichten uitwisselen met uw computer.................................................................................... 50
Over V-LINK....................................................................................................................................... 51 De V-LINK gebruiken .................................................................................................................. 51
6
Inhoud
Problemen oplossen...................................................................................................................... 52 Lijst van de effecten ........................................................................................................................ 55 Foutmeldingen ................................................................................................................................. 59 Lijst van de Tones ........................................................................................................................... 60 Lijst van de ritmepatronen ........................................................................................................... 62 Lijst van de ritmepatronen ........................................................................................................... 65 Lijst van de Setups.......................................................................................................................... 66 Lijst van de sneltoetsen................................................................................................................. 66 MIDI-implementatietabel ............................................................................................................... 67 Technische specificaties .............................................................................................................. 68 Index ..................................................................................................................................................... 69
237
*
Alle productnamen die in dit document genoemd worden, zijn de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
*
V-LINK (
) ) is een handelsmerk van Roland Corporation.
7
Voornaamste kenmerken Een geraffineerde vormgeving en een compacte en lichte behuizing De behuizing met zwarte alumite coating van de RD-300SX ziet er niet alleen fantastisch uit op het podium, hij is ook nog eens compact en licht. Zo kunt u uw instrument gemakkelijk meenemen naar elk optreden.
Multi-sampled piano met 88 toetsen De via 88-key sampling gecreëerde pianogeluiden, die sinds hun introductie in de Fantom-X instrumenten (de ultieme synthesizerlijn) alom worden geprezen, zijn ingebouwd in de RD-300 SX. Het enige verschil is dat ze hier optimaal werden georganiseerd voor hun nieuwe rol als geluiden van een speciale stage piano. Zo beschikt u over een expressiviteit die enkel mogelijk is met 88 toetsen en meervoudig gesampelde geluiden. Geen enkele andere synthesizer biedt dezelfde expressieve mogelijkheden. Daarnaast kunt u de piano wave forms die uw groep zo fantastisch doen klinken, opslaan in het instrument, en kunt u twee soorten pianogeluiden produceren om in diverse muziekgenres te spelen. Dit instrument biedt ook een volledig assortiment van essentiële stage piano klanken zoals elektrische piano, orgel, strijkers, synth pad en andere.
128-stemmige polyfonie De RD-300SX heeft een polyfonie van 128 stemmen, met alle beschikbare klanken in elke speelmodus. U kunt uw natuurlijke speelstijl behouden, ook wanneer u meerdere klanken combineert via layering.
Compact Hammer Action-klavier en Half Pedal-capaciteit De RD-300SX bevat een Hammer Action-klavier zonder veren waarmee zelfs de subtielste aanslagveranderingen kunnen worden weergegeven die gebruikelijk zijn wanneer u van de lage registers naar de hoge gaat. Bovendien is er een pedaal met Half Pedal-capaciteit (DP-8) meegeleverd voor authentieke pedaalprestaties.
Eenvoudige bediening U kunt de Split- en Dual-modi oproepen en andere handelingen uitvoeren met één druk op een toets (p. 20). Bovendien roept u met de ONE TOUCH [PIANO]-knop meteen de ideale instellingen op om piano te spelen, ongeacht de geactiveerde modus of de instellingen (p. 18).
8
Hoogwaardige effecten De RD-300SX bevat ook 78 soorten multi-effecten, waaronder een sympathetic resonance-effect dat de resonantie van de pianosnaren simuleert wanneer het pedaal wordt ingedrukt, een rotary speaker-effect, distortion en meer. Het instrument biedt ook allerhande mogelijkheden voor klankaanpassingen, met onder meer een 2-bands digitale equalizer en een Sound Control-functie voor het opsporen van inconsistenties in de klank.
Uitgebreide functies die enkel bij een stage piano mogelijk zijn Dit instrument is niet alleen uitgerust met de standaardregelaars die u van een stage piano mag verwachten, zoals de bender/modulation-hendel, het apparaat heeft ook een [SETUP]-knop waarmee u allerhande opgeslagen instellingen onmiddellijk kunt oproepen, en een [MIDI TX]-knop voor een vereenvoudigde bediening van externe geluidsmodules. Met deze stage piano hebt u een snelle en intuïtieve bediening van al uw klanken.
Rhythm-functie U kunt ritmepatronen weergeven met één druk op een knop. Zo kunt u uw optredens begeleiden met realistische drumgeluiden, improviseren met de spontaneïteit van een echte jamsessie, en de metronoom gebruiken om “grooves” in te oefenen waarmee u nog niet vertrouwd bent.
Compatibel met USB en GM/GM2 De RD-300SX is uitgerust met een USB-poort en een GM2geluidsmodule. Die komen van pas wanneer u de RD-300SX gebruikt als een invoerklavier bij het componeren van nummers met een computer of wanneer u het instrument gebruikt als een geluidsmodule. * Enkel MIDI-berichten worden verwerkt met de USB-functie.
Enkele afspraken in deze handleiding • Woorden tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar koppen op het paneel. Voorbeeld: [SPLIT] verwijst naar de SPLIT-knop. • (p.**) geeft een pagina aan. 985
• De uitleg in deze handleiding is voorzien van illustraties. Deze geven aan wat het display zou moeten weergeven. Het kan zijn dat het apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bijv. nieuwere geluiden). Daardoor zou wat u op uw display ziet, kunnen verschillen van de afbeelding in de handleiding.
Paneelbeschrijving Voorpaneel fig.00b-01
2
1
6
3 4 5
7 8
11
9 10
12
13
14
15
16
17
1.
VOLUME-regelaar Hiermee regelt u het algemene volume dat wordt uitgestuurd door de OUTPUT- en PHONES-aansluitingen (p. 14) op het achterpaneel.
12. [DEC], [INC] Hiermee wijzigt u de waarden. Als u de ene knop ingedrukt houdt terwijl u op de andere drukt, verandert de waarde sneller.
2.
EQUALIZER/EFFECTS [LOW]-knop Hiermee regelt u de lage tonen. [HIGH]-knop Hiermee regelt u de hoge tonen.
3.
[SOUND CONTROL/V-LINK] Met [SOUND CONTROL] schakelt u de SOUND CONTROL in/ uit (p. 30). Met [V-LINK] schakelt u de V-LINK-functie in/uit (p. 51).
13. ONE TOUCH [PIANO] Hiermee selecteert u de ideale instellingen om piano te spelen (p. 18). [SETUP] Hiermee roept u opgeslagen instellingen op (Setup)(p. 34)
4.
[REVERB] Hiermee schakelt u de REVERB in/uit (p. 27).
5.
[MULTI EFFECTS] Hiermee schakelt u de multi-effecten in/uit (p. 28).
6.
ZONE LEVEL-regelaars Hiermee regelt u het volume in elke zone (p. 24).
7.
[MIDI TX] Hiermee bedient u externe MIDI-geluidsmodules via de RD300SX (p. 46, p. 47, p. 48).
8.
[RHYTHM/TEMPO] [RHYTHM] gebruikt u om de ritmebegeleiding in- en uit te schakelen (p. 32). [TEMPO] gebruikt u om het tempo van het ritme in te stellen (p. 33).
9.
[SHIFT/EXIT] [SHIFT] drukt u in samen met andere knoppen om verschillende functies te activeren. [EXIT] drukt u in om naar voorgaande schermen terug te keren.
10. [TRANSPOSE/ENTER] Met [TRANSPOSE] stelt u het bereik van het klavier in voor transpositie (p. 25). Druk op [ENTER] om een waarde te bevestigen of om een bewerking uit te voeren. 11. DISPLAY Hier ziet u de Tone-nummers en de waarden van allerlei instellingen, enz.
14. MODE [DUAL] Hiermee schakelt u de RD-300SX over op “Dual Mode”. In deze modus worden twee aparte tonen samen weergegeven (layering) tijdens uw spel (p. 21). [SPLIT] Hiermee schakelt u het klavier over op “Split Mode”, waarin u meer dan één klank kunt weergeven door verschillende klanken op verschillende delen van het klavier te spelen (p. 22). 15. [LOWER SELECT/KEY TOUCH] Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u de LOWER ZONE-klank kiezen met de TONE SELECT-knoppen (p. 24). Deze knop wordt ook gebruikt om de klaviergevoeligheid te wijzigen (p. 26). 16. FUNCTION [EDIT] Druk deze knop in als u allerlei instellingen wil wijzigen (p. 37). U kunt de demosongs beluisteren door tegelijkertijd op deze knop en op [WRITE] (DEMO PLAY) te drukken (p. 17). [WRITE] Hiermee slaat u de huidige instellingen op in “Setup” (p. 35). 17. TONE SELECT-knoppen Druk op deze knop om de Tone-categorie te selecteren (p. 19). Pitch Bend/Modulation-hendel fig.00b-02 MODULATIE
Hiermee kunt u de pitch bend bedienen of vibrato toepassen (p. 30).
9
Paneelbeschrijving
Achterpaneel fig.00b-03
1
2
3
4
5
1.
USB-aansluiting Dankzij deze aansluiting kunt u uw computer via een USBkabel aansluiten op de RD-300SX (p. 50).
2.
PEDAL-aansluitingen (DAMPER, CONTROL) Sluit de pedaalschakelaar (DP-serie) die wordt meegeleverd met de RD-300SX, aan op de DAMPER-aansluiting. U kunt de schakelaar nu als demperpedaal gebruiken. Wanneer u een optioneel expressiepedaal (bijv. de EV-serie of een ander model) aansluit op de CONTROL-aansluiting, kunt u een aantal functies toewijzen aan het pedaal (p. 39, p. 40).
3.
MIDI-aansluitingen (IN, OUT) Deze aansluitingen gebruikt u voor het aansluiten van externe MIDI-apparaten en voor het verzenden van MIDI-berichten (p. 12, p. 47).
4.
OUTPUT L(MONO)/R-aansluitingen Hierlangs worden de audiosignalen uitgestuurd. Ze worden verbonden met een versterker of een ander apparaat. Gebruik voor een mono-ouput de L/MONO-aansluiting (p. 12).
5.
PHONES-aansluitingen Op deze aansluiting kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (p. 12). Zelf als de hoofdtelefoon is aangesloten, blijft er signaal naar de output-aansluitingen gaan.
10
6
7
6.
8
9
Aardterminal Afhankelijk van de omstandigheden van een specifieke Setup 927 kunt u een onaangenaam gevoel krijgen of de indruk krijgen dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer u in aanraking komt met het apparaat, met aangesloten microfoons of met de metalen onderdelen van andere voorwerpen zoals gitaren. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volkomen ongevaarlijk is. Als u zich daar toch zorgen over maakt, verbind de aardterminal p. 11 dan met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er een zachte brom hoorbaar zijn, afhankelijk van de installatie. Als u niet zeker weet of de aansluiting goed is, neem dan contact op met een erkend Roland Service Center. U vindt deze op de pagina “Informatie”. Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting • Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie) • Gasleidingen (brand- en explosiegevaar) • Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij blikseminslag)
7.
[POWER] Hiermee schakelt u het apparaat in en uit (p. 13).
8.
DC In-aansluiting Hierop sluit u de bijgeleverde adapter aan (p. 11).
9.
Kabelhaak Hieraan kunt u het bijgeleverde netsnoer verankeren (p. 11).
Voorbereidingen Aansluitingen maken 1
Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende: Staat het volume van de RD-300SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht? Is de RD-300SX uitgeschakeld?
2
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de bijgeleverde adapter. fig.00c-01
Adapter
Netsnoer Stopcontact
3 4
Sluit de bijgeleverde adapter aan op de RD-300SX en sluit het andere eind aan op een stopcontact.
Wikkel het snoer van de adapter om de kabelhaak om het op zijn plaats te houden. fig.00c-02
Achterpaneel
Aardterminal
Kabelhaak De kabel van de bijgeleverde adapter
Naar het stopcontact 924
* Om te voorkomen dat de stroomvoorziening naar het apparaat per ongeluk wordt onderbroken (als de stekker bijvoorbeeld wordt uitgetrokken) en om te voorkomen dat er te veel spanning op de stekker van de adapter komt te staan, kunt u het netsnoer via de kabelhaak verankeren, zoals u in deze illustratie ziet. 927
* Afhankelijk van de omstandigheden van een specifieke set-up kunt u een onaangenaam gevoel krijgen of de indruk krijgen dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer u in aanraking komt met het apparaat, met aangesloten microfoons of met de metalen onderdelen van andere voorwerpen zoals gitaren. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volkomen ongevaarlijk is. Indien u zich hier toch zorgen over maakt, kunt u de aardterminal verbinden met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er een zachte brom hoorbaar zijn, afhankelijk van de installatie. Als u niet zeker weet of de aansluiting goed is, neem dan contact op met een erkend Roland Service Center. U vindt deze op de pagina “Informatie”. Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting • Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie) • Gasleidingen (brand- en explosiegevaar) • Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij blikseminslag)
11
Voorbereidingen
De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur De RD-300SX beschikt niet over een ingebouwde versterker of luidsprekers. Om geluid te produceren moet u audio-apparatuur (bijv. een monitorluidspreker of een stereo-installatie) aansluiten of een hoofdtelefoon gebruiken. * Audiokabels, MIDI-kabels, USB-kabels, hoofdtelefoons en expressiepedalen zijn niet inbegrepen. Uw Roland-handelaar kan u bij het aanschaffen van dit soort accessoires adviseren. fig.00c-03
Om defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten te voorkomen, draait u altijd het volume omlaag en schakelt u alle apparaten uit voor u een aansluiting maakt. 21
Stereohoofdtelefoon
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI-geluidsmodule enz.
d Rolan
MIDI sequencer enz. Gebruik een stereokoptelefoon.
Expressiepedaal (EV-5, 7) of Pedaalschakelaar (DP-serie)
Mixer enz.
Monitorluidsprekers (met eigen voeding)
Pedaalschakelaar (DP-serie)
Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal (EV-5, EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander expressiepedaal gebruikt, loopt u het risico op defecten of zelfs schade aan het toestel.925
Stroomversterker
1
Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende: Staat het volume van de RD-300SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht? Zijn de RD-300SX en de aangesloten versterker uitgeschakeld?
Pedalen aansluiten Sluit het pedaal bijgeleverd bij de RD-300SX aan op een van de PEDAL-aansluitingen. Als het pedaal met de DAMPER-aansluiting is verbonden, kan het als demperpedaal worden gebruikt. Wanneer u het pedaal met de CONTROL-aansluiting verbindt, kunt u verscheidene functies aan het pedaal toewijzen (p. 40).
12
Zet de schakelaar op het bijgeleverde pedaal op “Continuous” wanneer het pedaal is aangesloten.
Voorbereidingen
Het apparaat in- en uitschakelen 941
Wanneer de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, kan dit defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten veroorzaken.
Het apparaat inschakelen
1
Zet de VOLUME-regelaar helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel aan te zetten. Zet het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur ook uit. fig.00c-05
2
Druk op de [POWER]-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat. Het toestel wordt ingeschakeld en op het display verschijnt “Pno”.
Om een foutief functioneren van de Pitch Bend-hendel (p. 30) te voorkomen moet u vermijden om de hendel aan te raken bij het inschakelen van het apparaat.
Dit apparaat is voorzien van een beveiligingscircuit. Er is een korte pauze (enkele seconden) nodig na het inschakelen van de stroom, voordat het apparaat normaal werkt. 942
fig.00c-06
Achterpaneel
Lagere positie AAN
3 4 5
Schakel alle aangesloten externe apparaten in.
Stel het volume van het aangesloten externe apparaat bij.
Regel ook het volume van de RD-300SX om een geschikt signaalniveau te krijgen.
13
Voorbereidingen
Het apparaat uitschakelen
1
Zet de VOLUME-regelaar steeds helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel uit te schakelen. Zet het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur ook uit.
2 3
Schakel de aangesloten externe apparaten uit.
Druk op de [POWER]-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat. Het apparaat wordt uitgeschakeld. fig.00c-07
Achterpaneel Hogere positie
UIT
Het volume regelen fig.00c-05
1
Het volume regelt u met de VOLUME-regelaar. Schuif de regelaar omhoog om het volume te verhogen, of omlaag om het te verlagen. Stel ook het volume van het aangesloten apparaat op een geschikt niveau in.
14
Voorbereidingen
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune) Als u een harmonieuzer geluid wilt wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, dan moet u zorgen dat de standaardtoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is. Over het algemeen wordt de stemming van een instrument door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste “A”-noot aangegeven. Dit afstemmen op de basis referentietoonhoogte van andere instrumenten wordt “stemmen” genoemd. Wanneer het instrument is ingeschakeld, is de standaardtoonhoogte vastgelegd op “440,0 Hz”. fig.00c-10
2,6
1
2,4
3
1 5
Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht. Het Edit Menu-scherm verschijnt.
2
Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER]. De TONE SELECT-knop gaat knipperen. fig.disp.SYS
3
Druk op [PIANO]. De parameternaam (tun) verschijnt op het display zolang [PIANO] wordt ingedrukt. Wanneer u de knop loslaat, verschijnen de laatste drie cijfers van de huidige basis referentietoonhoogte op het display.
4
Druk op [INC] of [DEC] om de standaardtoonhoogte te wijzigen. U kunt de standaardtoonhoogte willekeurig instellen binnen een bereik van 415,3 Hz tot 466,2 Hz. De toonhoogte wordt met 0,1 Hz verlaagd telkens wanneer u [DEC] indrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, blijft de toonhoogte dalen. De toonhoogte wordt met 0,1 Hz verhoogd telkens wanneer u [INC] indrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, blijft de toonhoogte stijgen. Wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke toonhoogte drukt u gelijktijdig op [DEC] en [INC].
5
Voor snellere toenames in waarde houdt u [INC] ingedrukt en drukt u vervolgens op [DEC]. Voor snellere afnames in waarde houdt u [DEC] ingedrukt en drukt u op [INC].
Druk op [WRITE] als u de instellingen wilt bewaren. Het bevestigingsscherm verschijnt. fig.disp.Sur
6
Als deze instelling niet wordt bewaard, gaat hij verloren bij het uitschakelen van het apparaat.
Druk op [ENTER] als u verder wil gaan met het opslaan. U kunt terugkeren naar stap 2.
15
Overzicht van de RD-300SX Basisstructuur van de RD300SX De RD-300SX kan worden ingedeeld in twee delen: een keyboard controller-gedeelte en een klankgenerator-gedeelte. De twee delen zijn intern met elkaar verbonden via MIDI.
De klanken Tone De individuele klanken die worden gebruikt, wanneer u op de RD300SX speelt, noemen we “Tones”. De RD-300SX heeft 340 individuele Tones, en u heeft een ruime keuze uit de Tones bij het spelen.
fig.00d-01
Klankgeneratorgedeelte
Opvoering
Keyboard controller-gedeelte (controllers zoals klavier, Pitch Bend-hendel, enz.)
Part Een klankgenerator die meerdere klanken kan aansturen met één apparaat, noemen we een multitimbrale klankgenerator. De RD300SX bevat een multitimbrale klankgenerator die 16 Tones tegelijkertijd kan spelen. Wanneer u de RD-300SX als klankgenerator gebruikt, worden de gegenereerde Tones toegewezen aan “Parts”. U kunt verschillende Tones aan elk van de Parts toewijzen en individueel aansturen. *
Keyboard Controller-gedeelte Dit gedeelte omvat het klavier, de Pitch Bend/Modulation-hendel, de paneelknoppen en eventuele pedalen die op het achterpaneel zijn aangesloten. Handelingen zoals het indrukken of loslaten van toetsen op het klavier, het indrukken van een pedaal, enzovoort worden omgezet in MIDI-berichten en naar het klankgeneratorgedeelte of naar een extern MIDI-apparaat gestuurd.
Aangezien u in dit geval speelt met 16 Parts, is hiervoor aansturing nodig van externe apparaten via MIDI of USB.
Zone Bij de RD-300SX kunt u twee van bovenvermelde Parts vrij aansturen door gebruik te maken van de knoppen en toetsen van de RD-300SX; deze twee Parts worden “UPPER Zone” en “LOWER Zone”genoemd. U kunt elke zone meerlagig (layering) maken (Dual Play; p. 21) of ze in verschillende delen van het klavier spelen (Split Play; p. 22).
Klankgenerator-gedeelte Het klankgenerator-gedeelte produceert de klank. Hier worden MIDI-berichten, die van het keyboardcontroller-gedeelte of van het externe MIDI-apparaat zijn ontvangen, in muzieksignalen omgezet, die vervolgens als analoge signalen via de OUTPUT- en de PHONES-aansluitingen worden uitgestuurd.
Basisbediening van de RD300SX De instellingen wijzigen Voor het wijzigen van de instellingen kunt u [DEC] en [INC] gebruiken.
[DEC], [INC] Als u op [INC] drukt, neemt de waarde toe; drukt u op [DEC], dan neemt de waarde af. Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde toe- of afnemen. Voor snellere toenames in waarde houdt u [INC] ingedrukt en drukt u vervolgens op [DEC]. Voor snellere afnames in waarde houdt u [DEC] ingedrukt en drukt u op [INC].
16
De demo's beluisteren (Demo Play) De demosongs kunt u als volgt beluisteren. De RD-300SX bevat in totaal elf interne demosongs, waaronder demosongs die de speciale kwaliteiten van het instrument gebruiken en demonstreren, en andere die u vertrouwd maken met de klanken van het instrument. Nr.
Naam v/d song
Componist/Copyright
d-1. Let's Hang Out
Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation
d-2. RD-300SX Piano
Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation
d-3. Stay Tuned
Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation
d-4. Tone Preview
Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation
Alle rechten voorbehouden. Het zonder toestemming gebruiken van dit materiaal voor andere doeleinden dan het beluisteren in persoonlijke, huiselijke kring, betekent een inbreuk op de geldende wetgeving.
* Bij d-4 is er één song in elk van de Tone-categorieën voor een totaal van acht demosongs. fig.01-01
4
3
2
1
3
* De bestaande instellingen worden gewist wanneer de demosong wordt gespeeld. Vergeet dus niet om de instellingen die u wilt behouden, op te slaan in een Setup (p. 35).
1
Houd [EDIT] ingedrukt en druk op [WRITE]. Het Demo-scherm verschijnt. fig.disp.d-1
Er worden geen gegevens over de gespeelde muziek via de MIDI OUT verstuurd.
2 3
982
Druk op [INC] of [DEC] om de song te selecteren die u wilt beluisteren.
Druk op [ENTER] om de demosong af te spelen. De weergave van alle songs wordt herhaald. Wanneer u de TONE SELECT-knop indrukt, wordt d-4 geselecteerd, en de demosong met de Tone van de categorie die overeenstemt met de ingedrukte knop, wordt afgespeeld.
Terwijl de demosongs worden afgespeeld, produceert het klavier geen klank.
De geselecteerde TONE SELECT-knop gaat rood branden.
4
Druk op ONE TOUCH [PIANO] om de weergave van een song te stoppen.
17
Spelen op het klavier Piano spelen (ONE TOUCH [PIANO]) Laten we nu eens proberen piano te spelen. Op de RD-300SX kunt u met één druk op de knop de optimale instellingen voor pianospel oproepen. fig.01-04
1
1
Druk op ONE TOUCH [PIANO]. fig.disp.Pno
Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, stelt u het volledige klavier in om met de Piano Tone te spelen.
Met de RD-300SX kunt u de aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen aan uw eigen stijl van piano spelen. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie “De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen” (p. 26).
18
Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, worden alle instellingen teruggezet op hun beginwaarde bij het inschakelen van het apparaat. Bewaar alle instellingen die u wilt behouden in een Setup (p. 35).
Spelen op het klavier
Spelen met een hele reeks Tones De RD-300SX bevat 340 Tones. Tones zijn individuele klanken. Meer info over de interne Tones van de RD-300SX vindt u in de “Lijst van de Tones” (p. 60).
Tones worden toegewezen aan de TONE SELECT-knoppen volgens de geselecteerde Tone-categorie. Probeer tijdens het spelen een aantal verschillende Tones uit. fig.01-06
1
3
1
Druk op ONE TOUCH [PIANO]. Nu speelt u op het gehele klavier met dezelfde Tone.
2 3
2
Druk op een van de TONE SELECT-knoppen om de Tone-categorie te kiezen.
Tones geselecteerd met [RHY/ GM2] worden geregistreerd in deze volgorde: “Rhythm Sets”, “GM2 Rhythm Sets” en “GM2 Tones”. Raadpleeg de “Lijst van de ritmepatronen” (p. 62).
Druk op [INC] of [DEC] om de Tone te selecteren. De TONE SELECT-knop van de geselecteerde categorie knippert.
19
Spelen op het klavier
Meerdere Tones met het klavier spelen De RD-300SX is voorzien van vier interne zones (UPPER en LOWER), en aan elk van deze zones kan één Tone worden toegewezen. In elke gebruikte zone kunt u meerdere Tones combineren via layering en simultaan afspelen of kunt u verschillende Tones afspelen in de linker- en rechtgedeeltes van het klavier. Deze verschillende manieren om Tones te gebruiken, worden “Keyboard Modes” genoemd. Er zijn drie keyboard modes. • Single:
Er wordt één Tone over het hele klavier gespeeld.
• Dual:
Twee Tones worden gecombineerd via layering en samen gespeeld.
• Split:
Het klavier wordt verdeeld in twee verschillende bereiken vanaf een bepaalde toets (het Split Point), met verschillende Tones voor het linker- en rechterbereik.
De twee gelayerde delen gespeeld in Dual Mode worden de UPPER en LOWER Parts genoemd. In Split Mode verwijst UPPER naar het deel dat in het rechtergedeelte van het klavier wordt gespeeld, terwijl LOWER verwijst naar het deel dat in het linkergedeelte van het klavier wordt gespeeld. UPPER wordt over het hele klavier gespeeld wanneer de RD-300SX in Single Mode staat. fig.01-07
Dual mode
UPPER LOWER
Split mode Split point
LOWER
UPPER
Overschakelen op Single Mode U kunt op twee manieren overschakelen van de meertonige modi, Dual Mode en Split Mode, naar Single Mode, waarbij één Tone wordt gebruikt over het hele klavier. • Drukken op ONE TOUCH [PIANO] De Piano Tone wordt geselecteerd voor het volledige klavier. Dit creëert de optimale condities voor het spelen van pianomuziek. Door op ONE TOUCH [PIANO] te drukken annuleert u wel alle instellingen die u tot op dat punt had gemaakt. Bewaar daarom alle instellingen die u wil behouden, in een Setup (p. 35) voor u op ONE TOUCH [PIANO] drukt. • [DUAL] of [SPLIT] uitzetten (de indicator uitzetten) In dit geval wordt de UPPER Tone toegepast op het volledige klavier.
20
Spelen op het klavier
Spelen met twee gelayerde Tones ([DUAL]) fig.01-08
1, 2
1
Druk op [DUAL] zodat de indicator oplicht.
“De Tone voor een Zone wijzigen” (p. 24)
Speel op het klavier. fig.disp.tone1
“Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVELregelaars)” (p. 24)
De Tones voor UPPER en UPPER worden gecombineerd (layering) afgespeeld. Wanneer u op [DUAL] drukt, licht de indicator voor [LOWER SELECT] automatisch op en het nummer van de LOWER Tone verschijnt op het scherm. U kunt het nummer van de UPPER TONE weergeven door op [LOWER SELECT] te drukken zodat de indicator uitdooft.
2
Druk nogmaals op [DUAL] en de indicator dooft uit. De Tone voor UPPER wordt gespeeld.
Twee TONE SELECT-knoppen simultaan indrukken U kunt twee Tones via layering combineren door twee TONE SELECT-knoppen simultaan in te drukken. Als u bijvoorbeeld een pianoklank samen met strijkers wilt weergeven, drukt u tegelijkertijd op [PIANO] en [STRINGS]. [DUAL] gaat knipperen en wanneer u op het klavier begint te spelen, klinken de klanken van piano en strijkers samen. Bij deze werkwijze wordt de Tone van de toets die eerst wordt ingedrukt (indicator licht rood op), toegewezen aan UPPER, terwijl de andere Tone (indicator licht oranje op) wordt toegewezen aan LOWER. Zodra u twee TONE SELECT-knoppen hebt gekozen, kunt u, door een van de twee TONE SELECT-knoppen in te drukken, die Tone als de [UPPER] Tone selecteren, waarbij het afspelen van de LOWER Tone stopt. * U kunt twee tonen niet combineren via layering, wanneer [SPLIT] op ON staat.
21
Spelen op het klavier
Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT]) De opsplitsing van het klavier in een rechter- en een linkergedeelte noemen we een “Split”, en de toets die op de scheiding ligt, noemen we het “Split Point”. De Split Point-toets hoort bij het LOWER-gedeelte. De fabrieksinstelling voor het Split Point is “B3”.
U kunt het Split Point wijzigen. Raadpleeg hiervoor “Het Split Point van het klavier veranderen” (p. 23).
fig.01-10
1, 2
1
Druk op [SPLIT] zodat de indicator oplicht. [LOWER SELECT] licht op.
“De Tone voor een Zone wijzigen” (p. 24)
Speel op het klavier. In het rechtergedeelte van het klavier hoort u de UPPER Tone en in het linkergedeelte de LOWER Tone. fig.01-12
Split Point (B3)
LOWER
2
22
UPPER
Om Split Mode te verlaten drukt u nogmaals op [SPLIT], zodat de indicator uitgaat.
“Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVELregelaars)” (p. 24)
Spelen op het klavier
Het Split Point van het klavier veranderen In de Split Mode kunt u de scheiding tussen het LOWER- en het UPPER-gedeelte (het Split Point) verschuiven.
1
Houd [SPLIT] enkele seconden ingedrukt. Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling wordt weergegeven. fig.disp.b3
2
Houd [SPLIT] ingedrukt en druk vervolgens op de toets die u als Split Point wilt gebruiken. U kunt de Split Point aanpassen met sprongen van een halve toon. Wanneer u [SPLIT] loslaat, verschijnt het vorige scherm opnieuw.
U kunt het Split Point ook wijzigen door [SPLIT] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken.
De toets voor het Split Point verschijnt op het scherm zoals in onderstaande afbeelding. fig.01-11
* De Split Point-toets hoort bij het LOWER-gedeelte. fig.01-13
Weergave
B3 (wanneer het instrument is ingeschakeld)
Letternaam
C
C
D
E
E
F
F
G
A
A
B
B
Weergave
A0 Bereik waarbinnen het Splint Point kan worden ingesteld
B7
Letternaam Weergave Letternaam
23
Spelen op het klavier
De Tone voor een Zone wijzigen Als u de Tone toegewezen aan een Zone in Dual of Split Mode wilt wijzigen, gebruikt u [LOWER SELECT] om de Zone met de Tone die u wilt wijzigen, op te geven. fig.01-14
1
2
1
2
Als u UPPER wilt selecteren, drukt u op [LOWER SELECT] tot de indicator uitdooft. Als u LOWER wilt selecteren, drukt u op [LOWER SELECT] tot de indicator groen oplicht. fig.01-15
Bij keuze van de UPPER Zone
[LOWER SELECT] is uitgeschakeld wanneer [DUAL] of [SPLIT] uit staan.
Bij keuze van de LOWER Zone
De indicators van de TONE SELECT-knop zijn rood wanneer de UPPER Zone is geselecteerd, en groen wanneer de LOWER Zone is geselecteerd. Als Tones van dezelfde categorie worden geselecteerd, licht in beide Zones de indicator van de knop oranje op.
2
Selecteer de Tone-categorie met een TONE SELECT-knop en selecteer vervolgens de Tone met [INC] of [DEC].
Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL-regelaars) fig.01-16
De RD-300SX is voorzien van twee Parts die u vrij kunt regelen via de knoppen en toetsen van het instrument; deze twee Parts worden de UPPER Zone en de LOWER Zone genoemd. U kunt het volume voor elke Zone regelen met de ZONE LEVEL-regelaars.
24
Spelen op het klavier
De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE]) U kunt uw klavierspel transponeren zonder de vingerzetting te veranderen, of u kunt de toonhoogte per octaaf verschuiven. Deze functie heet “Transpose.” Dit is een handige functie wanneer u de toonhoogte van het klavier moet aanpassen aan de toonhoogte van een zanger, of als u moet spelen van een partituur voor trompet of andere getransponeerde instrumenten. De referentiewaarde voor Transpose is C4. Deze instelling kan per halve toon worden gewijzigd, binnen een bereik van -48-0- +48.
Opmerking: berichten van MIDI IN worden niet getransponeerd.
fig.01-17
1, 2, 3
1
Houd [TRANSPOSE] enkele seconden ingedrukt. Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling wordt getoond. fig.disp.0
2
Zelfs wanneer u de Transposefunctie activeert, blijft het Split Point (p. 23) ongewijzigd.
Houd [TRANSPOSE] ingedrukt en druk op een toets. Als u bijvoorbeeld een “E” wilt horen terwijl u een “C” speelt op het klavier, houdt u [TRANSPOSE] ingedrukt en drukt u op de toets E4. De transpositiewaarde wordt nu “+4”. Wanneer u [TRANSPOSE] loslaat, verschijnt het vorige scherm opnieuw.
U kunt het Split Point ook wijzigen door [TRANSPOSE] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken.
Wanneer u de transpositiewaarde hebt ingesteld, wordt de Transpose-functie geactiveerd en licht [TRANSPOSE] op.
3
Om Transpose uit te schakelen drukt u op [TRANSPOSE] zodat de indicator uitgaat. De volgende keer dat u op [TRANSPOSE] drukt, wordt het geluid getransponeerd met de hier ingestelde waarde.
U kunt verschillende Key Transpose-instellingen maken voor elke Zone. Raadpleeg hiervoor “De toonhoogte van de Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose)” (p. 43).
25
Spelen op het klavier
De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen U kunt de aanslaggevoeligheid of de respons van de toetsen wijzigen. Wanneer het instrument aan staat, is dit ingesteld op “M (Medium)”. fig.01-19
1, 3
1
2
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [LOWER SELECT]. [SHIFT] knippert. De huidige aanslaggevoeligheid verschijnt op het scherm. fig.disp.-M-
2
Het is mogelijk dat de aanslaggevoeligheid bij bepaalde klanken niet verandert.
Druk op [INC] of [DEC] om de aanslaggevoeligheid te selecteren. Weergave Fixed Light
Medium
Heavy
3
1
Beschrijving De klank wordt op een vast volume weergegeven, ongeacht de kracht waarmee u de toetsen indrukt. Hiermee selecteert u een lichte aanslag. Om fortissimo (ff) te spelen, hoeft u minder hard aan te slaan dan gewoonlijk. Het klavier voelt lichter aan. Dit speelt vrij gemakkelijk, ook voor kinderen. Hiermee stelt u de standaardgevoeligheid van het klavier in. U speelt met de meest natuurlijke aanslag. Dit benadert het dichtst het gevoel van een akoestische piano. Hiermee selecteert u een zware aanslag. U moet de toetsen van het klavier harder dan normaal aanslaan om fortissimo (ff) te spelen. Het klavier voelt zwaarder aan. Met een dynamische aanslag kunt u nog meer gevoel leggen in wat u speelt.
Druk op [SHIFT] en de indicator dooft uit.
De Velocity wijzigen wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op “Fixed”. Dit bepaalt de Velocity van het geluid wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op “Fixed”.
1
Wanneer “OFF” is geselecteerd in de bovenvermelde Stap 2, verandert u de velocity van het geluid door [LOWER SELECT] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken. U kunt de velocity willekeurig instellen op een waarde tussen 1 en 127.
26
Spelen op het klavier
Galm toevoegen aan het geluid ([REVERB]) U kunt kunt de noten die u op het klavier speelt voorzien van een galmeffect. Met het reverb-effect kunt u een aangename galm creëren, zodat het lijkt alsof u optreedt in een concertzaal of een gelijkaardige plaats. fig.01-21
1, 2
1
Druk op [REVERB] zodat de indicator oplicht. Speel op het klavier. Het reverb-effect wordt toegepast op de volledige Tone.
2
Druk nogmaals op [REVERB] om het reverb-effect ongedaan te maken. De indicator dooft uit.
Het soort reverb-effect veranderen U hebt de keuze uit vier verschillende soorten reverb-effecten.
1 2
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [REVERB]. Druk op [INC] of [DEC] om het soort galm te wijzigen. Weergave
Beschrijving Galm in gewone kamers ROOM Galm in grotere zalen HALL Galm van kerkgebouwen CATHEDRAL Reverb voor gebruik met GM2 GM REVERB
3
Druk na het kiezen van het type op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
De diepte van het reverb-effect kiezen (Reverb Depth) U hebt de keuze uit 127 diepteniveaus voor het reverb-effect.
1
Hou [REVERB] ingedrukt en druk op [INC] of [DEC] om de diepte van het reverb-effect te veranderen.
De reverb-diepte kan voor elke zone apart worden ingesteld (p. 41).
27
Spelen op het klavier
Allerhande effecten toevoegen aan de klank ([MULTI EFFECTS]) Naast reverb (p. 27) kunt u nog tal van andere veranderingen toepassen op de klanken van de RD-300SX. Die worden “Multi-effecten” genoemd. Met de RD-300SX hebt u de keuze uit 78 verschillende effecten. In de fabrieksinstellingen zijn er aan elke Tone effecten toegewezen.
Op sommige klanken kunnen effecten niet worden toegepast.
fig.01-23
1, 2
1
Druk op [MULTI EFFECTS] zodat de indicator oplicht. Speel op het klavier. Het effect wordt toegepast op de Tone die op dat moment is geselecteerd.
2
Druk nogmaals op [MULTI EFFECTS] om dit effect te verwijderen. De indicator dooft uit.
U kunt aangeven welke Zone voorrang krijgt wanneer de effecten die aan de Upper Zone en de Lower Zone worden toegekend, verschillen. Raadpleeg hiervoor “De Zone instellen waaraan Multi-Effecten worden toegevoegd (MFX Zone)” (p. 40).
De diepte van het effect wijzigen U kunt de diepteniveaus voor het effect wijzigen. De inhoud en het bereik variëren afhankelijk van het MFX-type. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie “Lijst van de effecten” (p. 55).
1
Houd [MULTI EFFECTS] ingedrukt en druk op [INC] of [DEC]. De diepte van het effect dat op de momenteel geselecteerde Tone wordt toegepast, verschijnt op het scherm. De volgende keer dat u dezelfde Tone kiest, wordt het effect met de door u gekozen diepte toegepast.
28
U kunt het soort effect wijzigen. Raadpleeg hiervoor “Het soort Multi-effect wijzigen” (p. 29).
Spelen op het klavier
Het soort Multi-effect wijzigen
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [MULTI EFFECTS]. Het nummer van het effect verschijnt op het display.
2 3
Meer info over de soorten interne effecten van de RD300SX vindt u in de “Lijst van de effecten” (p. 55).
Druk op [INC] of [DEC] om het soort effect te kiezen.
Druk na het kiezen van het soort effect op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Een wervelend geluid aan Organ Tones (Rotary-effect) toevoegen Het Rotary-effect wordt toegepast op sommige Organ Tones die u kunt selecteren met de [ORGAN]-knop. Wanneer een van deze Tones is geselecteerd, kunt u de [MULTI EFFECTS]-knop gebruiken om de snelheid van het Rotary-effect te wijzigen. Het Rotary-effect voegt een “wervelend” effect toe dat erg lijkt op het geluid van een orgel uitgerust met een roterende luidspreker.
1
Druk op [ORGAN] en selecteer de Organ Tone. Bij selectie van een Tone waaraan het Rotary-effect wordt toegevoegd, knippert de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop.
2
Als u wilt voorkomen dat het Rotary-effect wordt toegepast, selecteert u een ander effecttype dan het Rotaryeffect en verwijdert u vervolgens het effect (p. 29).
U kunt het Rotary-effect ook toepassen op andere Tones dan de Organ Tones.
Druk telkens op [MULTI EFFECTS] om de snelheid van het Rotary-effect te wisselen tussen snelle en trage rotatie. Wanneer de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop knippert, wordt een sneller Rotary-effect toegepast. Wanneer de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop knippert, wordt een trager Rotary-effect toegepast.
29
Spelen op het klavier
De toonhoogte van een klank in real time veranderen (Bender/Modulation-hendel) Speel op het klavier en duw de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen, of naar rechts om de toonhoogte te verhogen. Dit noemen we Pitch Bend. U kunt ook vibrato toepassen door het hendeltje naar voren te duwen. Dit noemen we Modulation. Als u het hendeltje naar voren duwt en tegelijkertijd naar links of rechts, krijgt u beide effecten tegelijkertijd. fig.01-25
Pitch Bend
Het effect dat u krijgt wanneer u de hendel beweegt, kan variëren naargelang van de Tone die u gebruikt. Dit effect ligt bovendien vast voor elke Tone en kan niet worden veranderd.
Modulatie
Een consistentere klank produceren ([SOUND CONTROL]) Wanneer u de Sound Control-functie activeert, worden variaties in het volume onderdrukt voor een consistenter geluid.
1 2
Druk op [SOUND CONTROL] zodat de indicator oplicht.
Houd [SOUND CONTROL] ingedrukt en druk vervolgens op [INC] of [DEC] om het soort te kiezen. Weergave
Hard Comp Soft Comp Low Boost Mid Boost High Boost
3
30
Beschrijving Past sterke compressie toe. Past matige compressie toe. Versterkt het lage bereik. Versterkt het middenbereik. Versterkt het hoge bereik.
Druk éénmaal op [SOUND CONTROL] om deze functie uit te schakelen. De indicator dooft uit.
Klanken kunnen bij sommige Tones worden vervormd. Verlaag in dergelijke gevallen het zonevolume.
Spelen op het klavier
Het lage, midden- en hoge frequentiebereik regelen (EQUALIZER) De RD-300SX is uitgerust met een 2-bands equalizer. U kunt de sterkte van het lage en hoge frequentiebereik regelen met respectievelijk de knoppen EQUALIZER [LOW] en [HIGH]. fig.01-26
1
Regel het signaalniveau in elk frequentiebereik met de EQUALIZER-knoppen. Draai de knop naar het minteken (-) om het signaalniveau in het betreffende frequentiebereik te verlagen; draai de knop naar het plusteken (+) om het signaalniveau in dat bereik te verhogen.
De euqalizer-instellingen worden toegepast op het totaalgeluid van de OUTPUTaansluitingen.
Bij sommige knopinstellingen kunnen klanken vervormen. Wanneer dit gebeurt, verlaagt u het volume in de zones met de respectievelijke ZONE LEVEL-regelaars.
31
Handige functies gebruiken tijdens het spelen Ritmepatronen spelen ([RHYTHM]) De RD-300SX bevat intern geprogrammeerde drumpatronen in uiteenlopende muziekgenres, zoals jazz, rock en andere. U kunt deze gebruiken als begeleiding bij uw uitvoeringen op de RD-300SX. Deze drumpatronen worden “Rhythms” genoemd. fig.02-01
1, 2
1
Druk op [RHYTHM] zodat de indicator van de knop oplicht. Het ritme begint te spelen.
2
Druk nogmaals op [RHYTHM]; de indicator gaat uit en het ritme stopt.
Het ritmepatroon veranderen U kunt bepalen hoe een ritme wordt gespeeld (het patroon) zodat het bij diverse muziekgenres past.
1
Druk op [RHYTHM] zodat de indicator van de knop oplicht. Het ritme begint te spelen.
2
Raadpleeg “Lijst van de ritmepatronen” (p. 65) voor meer informatie over het soort ritmepatronen.
Houd [RHYTHM] ingedrukt en druk vervolgens op [INC] of [DEC] om een patroon te selecteren. Het patroon van het ritme verandert. fig.disp_r1
3
32
Als u nogmaals op [RHYTHM] drukt, dooft de indicator uit en stopt het ritme.
Gegevens over de ritmepatroonprestaties worden niet van de MIDI OUTaansluiting naar de USBaansluiting gestuurd wanneer de MIDI Tx-modus (p. 46) is ingesteld op Modus 1.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
Het tempo van het ritme veranderen
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [RHYTHM]. Het tempo van het ritme wordt weergegeven.
2
Druk op [INC] of [DEC] om het tempo te wijzigen.
De wijze waarop het ritme wordt gespeeld en het weergegeven tempo kunnen bij sommige ritmepatronen verschillen.
Het ritme wordt gespeeld op het geselecteerde tempo.
3
Druk op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Het ritmevolume veranderen
1
Houd [RHYTHM] ingedrukt en verschuif de ZONE LEVEL-regelaar. Het volume van het ritme verandert.
33
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP]) De instellingen van de RD-300SX voor Tones, effecten en dergelijke meer worden samen een “Setup” genoemd. Hebt u uw voorkeursinstellingen en de instellingen voor de uit te voeren songs in een Setup opgeslagen, dan kunt u daarna tijdens het spelen volledige instellingensets veranderen door gewoon een andere Setup te kiezen. U kunt tot 32 verschillende Setups opslaan. De RD-300SX is al voorzien van een aantal voorgeprogrammeerde Setups.
De huidige instellingen worden gewist wanneer u een Setup oproept. Vergeet dus niet om een Setup die u wil behouden, eerst op te slaan voordat u een andere Setup oproept (p. 35).
Laten we eens proberen een Setup op te roepen. fig.02-02
1
2
2
1
Druk op [SETUP] zodat de indicator oplicht. “Lijst van de Setups” (p. 66)
Het hieronder getoonde Setup-scherm verschijnt in de display. fig.disp.SUP
2
Druk op de knoppen [INC] of [DEC], of op TONE SELECT om een Setup te selecteren. fig.disp.S11
Setup nummer
S.11 S.12 S.13 S.14
S.21 S.22 S.23 S.24
S.31 S.32 S.33 S.34
S.41 S.42 S.43 S.44
S.51 S.52 S.53 S.54
S.61 S.62 S.63 S.64
S.71 S.72 S.73 S.74
S.81 S.82 S.83 S.84
Bij selectie met de TONE SELECT-knoppen
3
Speel op het klavier. De huidige instellingen zijn die van de opgeroepen Setup.
34
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
Instellingen opslaan in Setups ([WRITE]) Als u de gewijzigde inhoud als een nieuwe Setup wilt gebruiken, voer dan de volgende procedure uit om de instellingen op te slaan in een Setup. U kunt 32 Setups opslaan in de RD-300SX. fig.02-05
1
3, 4
1
2
2
Druk op [WRITE] zodat de indicator oplicht. Het Setup-scherm verschijnt. fig.disp.S11
2 3
Selecteer de save-destination Setup door te drukken op de knoppen [INC] of [DEC], of TONE SELECT.
Druk op [ENTER]. fig.disp.Sur
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Als u de Setup niet wil opslaan, drukt u [EXIT] of [WRITE]. De handeling wordt geannuleerd en u keert terug naar het Tone-scherm.
4
Wanneer u op [ENTER] drukt, begint het opslaan van de Setup. Wanneer het opslaan van de Setup beëindigd is, gaat de [WRITE] indicator uit. U keert terug naar het Tone-scherm.
Instellingen die niet in de Setup worden opgeslagen De volgende instellingen kunnen niet worden opgeslagen in de Setup. • Systeeminstellingen (p. 37) • SOUND CONTROL-instellingen (p. 30) • Stand van de EQUALIZER-knop (p. 31) • V-LINK-instellingen (p. 51) • Transpose (p. 25)
35
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
De knoppen uitschakelen (Panel Lock) Zodra Panel Lock is geactiveerd, zullen alle knoppen (behalve de VOLUME slider, ONE TOUCH [PIANO], en de [EXIT] knop) uitgeschakeld zijn. Dit voorkomt dat instellingen onbedoeld worden veranderd op het podium of in gelijkaardige situaties. fig.02-06
2
2
1
1
Houd [EDIT] ingedrukt en druk op [ENTER]. Blijf deze twee knoppen ingedrukt houden tot het volgende scherm verschijnt. fig.disp.—
2
36
Druk op ONE TOUCH [PIANO] of [EXIT] om Panel Lock te annuleren.
Instellingen voor elke functie ([EDIT]) Het wijzigen van de Tone-parameters om de Tones te maken waarvan u houdt, en het wijzigen van de instellingen voor diverse functies noemen we “editing”. Wanneer u op [EDIT] drukt en de indicator brandt, gaat de RD-300SX over naar “Edit Mode”. U kunt bewerkte instellingen opslaan in Setups. Bewerkte instellingen worden gewist wanneer u de RD-300SX uitschakelt. Zorg dus dat u alle instellingen die u wilt behouden, opslaat in een Setup. Raadpleeg “Instellingen opslaan in Setups ([WRITE])” (p. 35) voor meer informatie. U kunt echter geen Systeeminstellingen opslaan in de Setups. Als u veranderingen aan het systeem wilt maken, moet u de Writeprocedure apart uitvoeren (p. 37).
Instelbare parameters
Systeeminstellingen maken (System) Functies die een invloed hebben op de algemene werking van de RD300SX, noemen we “Systeemfuncties”.
Instellingen vastleggen 1.
Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.SYS
In Edit-modus kunt u de volgende parameters instellen. System: instellingen die verband houden met de werking van het hele instrument (p. 37) Master Tune Temperament Key Stretch Tune Damper Pedal Polarity Control Pedal Polarity Setup Control Channel Setup Pedal Shift USB-stuurprogramma Common: instellingen voor pedaalfuncties en gelijkaardige functies (p. 40) MFX Zone Control Pedal Function Tone: Tone-instellingen (p. 41) Cutoff Resonance Attack Time Decay Time Release Time Reverb Send Level Fine Tune Bend Range Upper, Lower Zone: Zone-instellingen (p. 42) Key Transpose Pan Damper Pedal Switch Control Pedal Switch Bender Switch Modulation Switch Part: Part On/Off (p. 43) 1–16 Utility: instellingen voor het maken van een back-up, Factory Reset, enz. (p. 44) Bulk Dump Temporary Bulk Dump Setup Factory Reset TX Mode Local Control *
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen. De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display. TONE SELECTknop PIANO
Weergave
Parameter
Master Tune (p. 38)
E.PIANO
Temperament, Key (p. 38)
ORGAN
Stretch Tune (p. 38)
STRINGS/ PAD
Damper Pedal Polarity (p. 38)
GUITAR/ BASS
Control Pedal Polarity (p. 39)
BRASS/ WINDS
Setup Control Channel (p. 39)
VOICE/ SYNTH
Setup Pedal Shift (p. 39)
RHY/GM2
USB Driver (p. 39)
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [WRITE] als u de instellingen wilt bewaren. Druk vervolgens op [ENTER].
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Tenzij u ze hebt bewaard, gaan deze instellingen verloren zodra u het instrument uitschakelt.
Sommige Tones zijn zo ingesteld dat geen effecten worden toegepast.
37
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De grondnoot selecteren Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tuning) Als u een harmonieuzer geluid wilt, wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, moet u zorgen dat de standaardtoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is. Over het algemeen wordt de stemming van een instrument door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste “A”-noot aangegeven. De laatste drie cijfers van de huidige instelling van de standaardtoonhoogte verschijnen op het display. Waarde 415,3Hz – 466,2Hz (stappen van 0,1 Hz)
Als u met een andere stemming dan gelijkzwevende temperatuur speelt, moet u de grondnoot ingeven om het te spelen muzieknummer te stemmen (d.w.z, de noot die overeenstemt met C voor een majeur-toonaard of met A voor een mineur-toonaard). Bij gelijkzwevende stemming hoeft u geen grondnoot in te stellen. U stelt de grondnoot in door [E.PIANO] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken. De geselecteerde grondnoot verschijnt op het display zoals in onderstaande afbeelding. fig.03-01
Weergave Letter naam
De Stemming aanpassen (Temperament, Key) Hiermee bepaalt u de stemming en de grondnoot (tonica) voor volledige Parts.
*
C
C
D
E
E
F
F
G
A
A
B
B
Als u samenspeelt met andere instrumenten, moet u er rekening mee houden dat, afhankelijk van de toonaard, enige toonhoogteverschuiving kan optreden. Stem de RD-300SX af op de basistoon van de andere instrumenten.
fig.disp.1-C
Precieze aanpassing van akkoordensonoriteit (Stretch Tune) Temperament Keynote De meeste moderne muzieknummers worden gecomponeerd voor en gespeeld met gelijkzwevende stemming, maar ten tijde van de klassieke muziek bestonden er nog een aantal andere stemmingsmethodes. Als u een compositie met de originele stemming speelt, dan hoort u de samenklank van de akkoorden zoals de componist het bedoeld had. U hebt de keuze uit acht stemmingen.
Hiermee verandert u de toonhoogte volgens de “stretch tuning”methode, zoals bij akoestische piano's. De hoge tonen klinken dan ietsje hoger en de lage tonen ietsje lager. Weergave
Waarde OFF ON
Weerg ave 1
Stemming
Beschrijving
Gelijkzwevende stemming
2
Just (Majeur).
Deze stemming verdeelt een octaaf in 12 gelijke delen. Elk interval produceert dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie. Deze toonschaal elimineert dissonantie in kwinten en tertsen. Ze is niet geschikt om melodieën te spelen en kan niet worden getransponeerd, maar levert een zeer mooie sonoriteit op. De toonschalen van de majeur en de mineur reine intonaties verschillen van elkaar. Met de mineurschaal kunt u wel hetzelfde effect krijgen als met de majeurschaal. Deze toonschaal, bedacht door de filosoof Pythagoras, elimineert de dissonantie in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt geproduceerd door derde-intervalakkoorden, maar de melodieën zijn eufonisch. Deze toonschaal is een modificatie van de Meantone- en de Just-schalen, die een grotere vrijheid biedt voor transpositie naar andere toonaarden. Er kan gespeeld worden in alle toonaarden (III). Deze toonschaal wijkt licht af van de Justschalen, zodat transpositie mogelijk is. Dit is een combinatie van de Meantone- en de Pythagorean-schaal. Er kan in alle toonaarden worden gespeeld (eerste techniek, III). Arabische toonschaal. Geschikt voor Arabische muziek.
3
Just (Mineur).
4
Pythagorean
5
Kirnberger
6
Mean Tone
7
Werckmeister
8
Arabic
38
De polariteit van het pedaal omkeren (Damper Pedal Polarity) Hiermee wisselt u de polariteit van het pedaal dat is verbonden met de PEDAL (DAMPER)-aansluiting op het achterpaneel. Bij sommige pedalen is het elektrische signaal dat ze uitsturen wanneer u ze indrukt, het omgekeerde van dat van andere pedalen. Als uw pedaal net het omgekeerde doet van wat u had verwacht, stel dan deze parameter in op REVERSE. Als u een Roland-pedaal (zonder polariteitsschakelaar) gebruikt, stel deze parameter dan in op STANDARD. Weergave
Waarde STANDARD REVERSE
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De polariteit van het pedaal omkeren (Control Pedal Polarity) Hiermee wisselt u de polariteit van het pedaal dat is verbonden met de PEDAL (CONTROL) jack op het achterpaneel. Bij sommige pedalen is het elektrische signaal dat ze uitsturen wanneer u ze indrukt, het omgekeerde van dat van andere pedalen. Als uw pedaal net het omgekeerde doet van wat u had verwacht, stel dan deze parameter in op REVERSE.
De pedaal gebruiken om een andere Setup te kiezen (Setup Pedal Shift) U kunt het pedaal dat verbonden is met de PEDAL (CONTROL)aansluiting op het achterpaneel, gebruiken als speciale schakelaar om Setups in volgorde te kiezen. Weergave
Als u een Roland-pedaal (zonder polariteitsschakelaar) gebruikt, stel deze parameter dan in op STANDARD.
Waarde OFF
ON Weergave
Waarde STANDARD
Beschrijving U kunt de pedaalfunctieset gebruiken met de Control Pedal-functie (p. 40). Het pedaal wordt een speciale schakelaar om van Setup te veranderen.
REVERSE U kunt de functieset met Control Pedal-functie (p. 40) niet gebruiken wanneer deze op ON staat.
Setups kiezen met Program Change-berichten (Setup Control Channel) U kunt op de RD-300SX een andere Setup kiezen via MIDI-berichten vanuit een extern MIDI-apparaat. Stel het MIDI-ontvangstkanaal in om de MIDI-berichten (Program Changes) van het externe MIDI-apparaat te ontvangen voor het veranderen van Setup. Als u niet van Setup wilt veranderen vanuit een extern MIDIapparaat, stel dit dan in op OFF. Waarde 1–16, OFF
Het USB-stuurprogramma instellen Als u een computer wilt aansluiten via de USB-verbinding, moet u de volgende instellingen creëren voor u verbinding kunt maken.
Schakel het apparaat na het wijzigen van de instellingen uit en zet het vervolgens weer aan.
Het is niet nodig om de Write-procedure te gebruiken voor het instellen van het USB-stuurprogramma. Weergave
Waarde Original
Generic Als de Control Channel-instellingen mee worden verzonden met het MIDI-ontvangstkanaal van de Part, dan heeft het kiezen van Setups voorrang op het kiezen van Tones. Voor meer informatie over programmaveranderingen voor het wisselen van Setups, raadpleeg “Setups kiezen” (p. 49).
Beschrijving Selecteer dit wanneer u het meegeleverde stuurprogramma gebruikt bij een USB-verbinding. Selecteer dit wanneer u een generiek USB-stuurprogramma gebruikt, dat bij het besturingssysteem met een USB-verbinding is geleverd.
39
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Instellingen in verband met de Setup (Common) Instellingen vastleggen 1.
2.
Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
De Zone instellen waaraan MultiEffecten worden toegevoegd (MFX Zone) Dit specificeert welke Zone voorrang heeft wanneer de effecten die toegewezen zijn aan de Upper Tone en de Lower Tone, verschillen in Split Mode of Dual Mode (p. 20). Weergave
Druk op [INC] of [DEC] om “Common” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Beschrijving UPPER LOWER
fig.disp.Con
*
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen. De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display. TONE SELECTknop PIANO
Weergave
Als dezelfde effecten zijn toegewezen aan de Upper Tone en de Lower Tone, worden dezelfde effecten toegevoegd aan beide Tones.
De pedaalfunctie wijzigen (Control Pedal-functie) Dit bepaalt de functie van de pedaalschakelaar of de expressiepedaal (zoals de optionele EV-5) die verbonden is met de CONTROLaansluiting op het achterpaneel.
Parameter Deze functie kan niet worden gebruikt, wanneer de Setup Pedal Shift op “ON” staat (p. 39). MFX Zone (p. 40) Weergave
E.PIANO ORGAN STRINGS/ PAD GUITAR/ BASS BRASS/ WINDS VOICE/ SYNTH RHY/GM2
Control Pedal-functie (p. 40) — —
— —
—
—
—
—
—
—
—
—
Sostenuto Expressie
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is toegewezen, gaan knipperen. 4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
40
Beschrijving Zacht (standaard)
Start/Stop ritmepatroon Multi-effecten AAN/UIT Modulatie
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Tone-instellingen (Tone-parameter) Instellingen vastleggen 1.
Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit-modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Tone” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
De Tone Elements wijzigen (Cutoff/Resonance/Attack Time/ Decay Time/Release Time) U kunt wijzigingen aanbrengen in de Tones door de instellingen van de volgende vijf elementen te veranderen. Cutoff:
hiermee regelt u de opening van de filter.
Resonance:
hiermee versterkt u de gebieden rondom de cutofffrequentie, wat het geluid een speciale klank geeft. Overdreven hoge instellingen kunnen oscillatie veroorzaken, waardoor het geluid vervormt.
Attack Time:
de tijdsduur vanaf het aanslaan van de toets tot het geluid zijn volledig volume bereikt.
Decay Time:
de tijdsduur vanaf de aanslag tot het moment waarop het geluidsniveau vermindert.
Release time:
de tijdsduur vanaf het loslaten van de toets totdat het geluid niet meer hoorbaar is.
fig.disp.ton
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen. De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
Abrupte veranderingen in de instellingen kunnen tot gevolg hebben dat het geluid vervormt of overdreven luid wordt. Hou het volume in de gaten wanneer u de instellingen maakt. Parameter Cutoff
Waarde -64–0– +63
Resonance
-64–0– +63
Attack Time
-64–0– +63
Decay Time
-64–0– +63
Release Time
-64–0– +63
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT] op ON. TONE SELECTknop PIANO
Weergave
Parameter
Cutoff (p. 41)
E.PIANO
Resonance (p. 41)
ORGAN
Attack Time (p. 41)
STRINGS/ PAD
Decay Time (p. 41)
GUITAR/ BASS
Release Time (p. 41)
BRASS/ WINDS
Reverb Send Level (p. 41)
VOICE/ SYNTH
Fine Tune (p. 42)
RHY/GM2
Bend Range (p. 42)
Beschrijving Hoge waarden geven een helder geluid; lage waarden laten het geluid donkerder klinken. Hoge waarden maken de speciale klank van het geluid sterker; lage waarden verminderen deze eigenschap. Hoge waarden geven een zachtere aanslag; lage waarden geven een scherpere aanslag. De tijdsduur tot het dalen van het volume, wordt langer wanneer de waarde wordt verhoogd. Het verlagen van de waarde verkort de Decay Time of uitsterftijd. Hoge waarden geven een langere uitsterftijd; lage waarden geven een scherp afgelijnd geluid.
Het effect kan bij sommige Tones onopgemerkt blijven, zelfs wanneer de waarde werd veranderd.
De hoeveelheid reverb instellen die op elke Tone wordt toegepast (Reverb Send Level) Hier stelt u de diepte van het Reverb-effect in voor elke Tone.
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is toegewezen, gaan knipperen. 4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Als u deze waarde op “0” zet, wordt geen effect toegepast, zelfs wanneer [REVERB] wordt ingedrukt.
U kunt de instelling ook maken door [REVERB] ingedrukt te houden en de ZONE LEVEL-regelaar af te stellen. Waarde 0–127
41
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De toonhoogte wijzigen (Fine Tune) Waarde -50 – 50 (cent)
De Bend Range wijzigen (Bend Range)
De instellingen voor elke Zone apart maken (Zone-parameter) Instellingen vastleggen 1.
Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit-modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “U-L” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
U kunt bepalen hoeveel de toonhoogte verandert wanneer u de Pitch Bend-hendel beweegt in stappen van een halve toon (+/-2 octaves).
fig.disp.U-L
Waarde 0–24
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen. De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT] op ON. TONE SELECTknop PIANO
Weergave
Parameter
Key Transpose
E.PIANO
Pan
ORGAN
Damper Pedal Switch
STRINGS/ PAD
Control Pedal Switch
GUITAR/ BASS
Bender Switch
BRASS/ WINDS
Modulation Switch
VOICE/ SYNTH RHY/GM2
—
—
—
—
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is toegewezen, gaan knipperen. 4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
42
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De toonhoogte van de Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose) Waarde -48—0— 48
De Pan instellen
Part On/Off (Part) U kunt kiezen of berichten van externe MIDI-apparaten al dan niet worden ontvangen door elke individuele Part. 1.
Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Part” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.Prt
De Pan-instelling plaatst elke Part in het stereobeeld wanneer de output in stereo is. Als de waarde voor L toeneemt, hoort u meer geluid van de linkerkant komen. Zo ook, als de waarde voor R toeneemt, hoort u meer geluid van rechts komen. Bij een "0"-waarde komt het geluid uit het midden.
3.
Waarde L64–0–R63
Het nummer van het kanaal verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de status van het kanaal (aan/uit) weergegeven op het display.
De controllers in- en uitschakelen U kunt bepalen of elke individuele Part wel (ON) of niet (OFF) wordt aangestuurd door de pedalen aangesloten op elke PEDAL-schakelaar (DAMPER, CONTROL), de Modulation-hendel en de Bender. Parameter Damper Pedal Switch Control Pedal Switch Pitch Bender Switch Modulation Switch
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de Part-nummer dat u wilt wijzigen, is toegewezen. Druk op [LOWER SELECT] zodat de indicator oplicht om Part 9–16 te selecteren.
TONE SELECTknop PIANO E.PIANO ORGAN STRINGS/PAD GUITAR/BASS BRASS/WINDS VOICE/SYNTH RHY/GM2
Waarde OFF, ON
4.
Part
Part
LOWER SELECT=OFF
LOWER SELECT=ON
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16
Druk op [INC] of [DEC] om de instelling op ON of OFF te zetten.
De indicator voor de geselecteerde Part knippert, terwijl de indicator voor een Part die op ON staat, ononderbroken brandt. 5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Op de RD-300SX is UPPER vast ingesteld als Part 1 (Ch 1), terwijl LOWER vast is ingesteld als Part 2 (Ch 2). Merk op dat het klavier geen klank produceert als Parts 1 en 2 op OFF staan.
43
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Utility-instellingen (Utility)
Bulk Dump Temporary De inhoud van de momenteel geselecteerde Setup wordt verzonden. 5.
Setups naar externe apparaten overbrengen (Setup Bulk Dump)
Druk op [PIANO]. Het volgende scherm verschijnt en [PIANO] knippert.
fig.disp.bdt
U kunt de inhoud van Setups overbrengen naar een extern MIDIapparaat. Deze handeling noemen we “bulk dump”. Voer deze procedure uit om de gegevens op een extern MIDIapparaat op te slaan, wanneer u bijvoorbeeld nog een andere RD300SX wil gebruiken met dezelfde instellingen, of om een reservekopie te hebben van uw Setups.
6.
Zet de externe sequencer in Record-modus.
7.
Druk op [ENTER]. Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Druk op [EXIT] als u de instellingen niet wilt verzenden.
1.
Verbindt de RD-300SX met de externe sequencer via een optionele MIDI- of USB-kabel (apart verkrijgbaar).
8.
2.
Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
Druk nogmaals op [ENTER] om de instellingen te verzenden. Wanneer de verzending beëindigd is, kunt u terugkeren naar Stap 3.
9.
Stop de externe sequencer.
Druk op [INC] of [DEC] om “Utility” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Bulk Dump Setup
3.
fig.disp.Utl
De inhoud van alle Setups wordt verzonden. 5.
Druk op [E.PIANO]. Het volgende scherm verschijnt en [E.PIANO] knippert.
fig.disp.bdS
4.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen en selecteer vervolgens de parameter. TONE SELECT -knop PIANO
Weergave
Beschrijving Bulk Dump Temporary (p. 44).
E.PIANO
Bulk Dump Setup (p. 44).
ORGAN
Factory Reset (p. 45).
STRINGS/ PAD
TX Mode (p. 46)
GUITAR/ BASS
Local Control (p. 46)
BRASS/ WINDS VOICE/ SYNTH RHY/GM2
—
—
—
—
—
—
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is toegewezen, lichten op.
Stop de ritmes en raak de toetsen of controllers niet aan wanneer u de Bulk Dump-procedure uitvoert.
44
6.
Zet de externe sequencer in Record-modus.
7.
Druk op [ENTER]. Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Druk op [EXIT] als u de instellingen niet wilt verzenden.
8.
Druk nogmaals op [ENTER] om de instellingen te verzenden. Wanneer de verzending beëindigd is, kunt u terugkeren naar Stap 3.
9.
Stop de externe sequencer.
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Opgeslagen instellingen terugzenden naar de RD-300SX Wanneer u opgeslagen instellingen vanuit een externe sequencer terugzendt naar de RD-300SX, wordt een Exclusivebericht verzonden vanuit de externe sequencer, en daarna worden de gegevens ontvangen door de RD-300SX.
De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset) U kunt de instellingen van de RD-300SX terugzetten op hun fabriekswaarden.
Wanneer u gegevens van Setups terugzendt naar de RD-300SX, dan worden de gegevens die in de RD-300SX aanwezig zijn, overschreven en gaan ze dus verloren. 1.
Verbindt de RD-300SX met de externe sequencer via een optionele MIDI- of USB-kabel (apart verkrijgbaar).
Door “Factory Reset” uit te voeren verwijdert u alle Setups (p. 34) en de Systeeminformatie (p. 37). Als u bepaalde gegevens wilt behouden, zet ze dan over naar een externe sequencer met de "Bulk Dump Setup"-procedure (p. 44). *
De systeeminstellingen kunt u niet bewaren via Bulk Dump.
2.
Zorg dat de [EDIT]-indicator uit is. Als de [EDIT]-indicator brandt, druk dan op [EDIT] zodat hij uitdooft en zet de RD-300SX in de gewone Performance Mode.
1.
Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
3.
Verzend (= weergeven) de gegevens vanuit de externe sequencer.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Utility” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.Utl
De RD-300SX schrijft de ontvangen Bulk Dump Setup-gegevens weg in zijn intern geheugen. Schakel het apparaat nooit uit tijdens het wegschrijven van deze gegevens.
Raadpleeg de handleiding van uw sequencer voor meer informatie over de verzending van exclusieve gegevens.
3.
Druk op [ORGAN].
fig.disp.Fctl
4.
Druk op [ENTER]. Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Druk op [EXIT] om de Factory Reset te annuleren.
5.
Druk nogmaals op [ENTER] om de Factory Reset-operatie te starten. Wanneer de Factory Reset beëindigd is, kunt u terugkeren naar Stap 2.
Schakel het apparaat nooit uit tijdens de Factory Reset.
45
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De MIDI Tx Mode instellen Door de MIDI Tx Mode in te stellen kunt u kiezen om een geschiktere (voor het externe MIDI-apparaat) selectie van MIDI-gegevens te verzenden vanuit de RD-300SX wanneer u Tone-veranderingen maakt op de RD-300SX. “Mode 1” is de standaardinstelling bij het opstarten. Weergave
Waarde Mode1
Mode2
Beschrijving Deze instelling is geschikt voor het aansluiten op een klankmodule. De MIDI-informatie (bijvoorbeeld: Program Change) wordt niet van de RD-300SX verzonden wanneer u een Tone verandert op de RD-300SX. Deze instelling is geschikt voor het aansluiten van sequencers. De MIDI-informatie (bijvoorbeeld: Bank Select, Program Change, Instellingen van Effecten, enz.) wordt verzonden van de RD-300SX wanneer u een Tone verandert op de RD300SX.
Local Control in- en uitschakelen Wanneer u een MIDI-sequencer aansluit, zet dan Local Control op “Off.” Wanneer het instrument aan staat, is dit ingesteld op “On”. Zoals weergegeven in de illustratie wordt informatie over wat werd gespeeld op het klavier, doorgestuurd naar de interne klankgenerator via twee verschillende routes, (1) en (2). Als gevolg hiervan hoort u overlappende of intermitterende klanken. Om dit te voorkomen moet moet u route (1) verbreken door het apparaat in te stellen op wat “Local Off” wordt genoemd. fig.03-02
(1) Local On Sequencer MIDI IN
Klankgenerator
MIDI OUT Geheugen
MIDI OUT
MIDI IN
Elke gespeelde noot wordt twee keer weergegeven.
(2) Thru-functie Aa
Local Control ON: Het klavier en de interne klankgenerator zijn verbonden. fig.03-03
De klank wordt geproduceerd
De MIDI Tx-knop wordt uitgeschakeld in Mode 2.
Klankgenerator Local Aan
Local Control OFF:Het klavier en de interne klankgenerator zijn niet verbonden. Het klavier produceert geen klank wanneer erop wordt gespeeld. fig.03-04
Er wordt geen klank geproduceerd
Klankgenerator Local Uit
Weergave
Waarde OFF ON
46
Externe MIDI-apparatuur aansluiten Wat is MIDI? MIDI is de afkorting van Musical Instruments Digital Interface. Deze standaardspecificatie laat toe om muzikale informatie uit te wisselen tussen elektronische muziekinstrumenten en computers. Door apparaten met MIDI-aansluitingen via een MIDI-kabel met elkaar te verbinden, kunt u met één enkel MIDI-klavier meerdere instrumenten bedienen of automatisch instellingen wijzigen in de loop van de song.
Over MIDI-aansluitingen
De RD-300SX gebruiken als Master-klavier Als u een extern MIDI-apparaat aansluit op de MIDI OUTaansluiting op het achterpaneel van de RD-300SX, dan kunt u het externe MIDI-apparaat aansturen met de RD-300SX. Normaal stuurt de RD-300SX Note-berichten uit via de MIDI OUTaansluiting. U kunt echter niet alleen Note-berichten aansturen, maar ook nog diverse andere instellingen voor externe MIDI-apparaten. Gebruik de volgende instellingen als u niet wil dat MIDI-berichten worden verstuurd. 1.
De RD-300SX is voorzien van de volgende drie soorten MIDIaansluitingen. Hun verschillen worden hieronder beschreven. fig.04-01
2. *
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [MIDI Tx]. Druk op [INC] of [DEC] om de instelling op ON of OFF te zetten. Kies ON om verzending toe te laten.
Deze knop is niet beschikbaar wanneer de Tx-modus is ingesteld op Mode 2.
Raadpleeg voor instructies over het aansluiten van de externe toestellen, “De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur” (p. 12).
MIDI IN-aansluiting Deze aansluiting ontvangt Performance-berichten van een extern MIDI-toestel. Deze binnenkomende berichten kunnen de RD-300SX bijvoorbeeld opdragen om bepaalde noten te spelen of om van Tone te veranderen.
MIDI OUT-aansluiting Via deze aansluiting worden MIDI-berichten naar externe MIDIapparaten verstuurd. De MIDI OUT-aansluiting van de RD-300SX wordt gebruikt voor de verzending van zowel Performance-data van het keyboard controller-gedeelte als data gebruikt voor het opslaan van diverse instellingen en patronen (Bulk Dump →p. 44).
Aansluiten op externe MIDIklankgeneratoren fig.04-02
MIDI IN MIDI OUT
Klankgenerator A
RD-300SX
Klanken kiezen op een extern MIDI-apparaat Om op een extern MIDI-toestel van Tone te veranderen, moet u het programmanummer en de MSB/LSB van het Bank Select-bericht als een numerieke waarde invoeren op de RD-300SX. 1.
Druk op [MIDI Tx].
2.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen en selecteer vervolgens de parameter. Als u de klanken wilt veranderen, drukt u eerst op [ORGAN] om het Program Change-bericht te verzenden. TONE SELECTknop PIANO
Weergave
Parameter
Bank Select MSB
E.PIANO
Bank Select LSB
ORGAN
Program Change
STRINGS/ PAD
Pan
GUITAR/ BASS
Reverb Send
BRASS/ WINDS
Chorus Send
VOICE/ SYNTH
Key Transpose
RHY/GM2
MIDI Ch
Als de RD-300SX een Program-nummer of een Bank-nummer verzendt waarvoor er geen Tone is toegewezen, kan er een andere Tone worden gekozen; of in sommige gevallen wordt er geen geluid geproduceerd. Als u het Program-nummer of Bank Select niet wilt verzenden, stel de MSB/LSB dan in op “--- (OFF).”
47
Externe MIDI-apparatuur aansluiten
3.
Druk op [INC] of [DEC] om de parameterwaarden te wijzigen. Als u tegelijkertijd op [INC] en [DEC] drukt, wordt de waarde van de instellingen op “--- (OFF)” gezet. Als deze instelling op “--(OFF)” staat, worden er geen Bank Select-berichten verzonden.
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT] op ON. Parameter Bank Select MSB Bank Select LSB Program Change Pan Reverb Send Chorus Send Key Transpose MIDI Ch
Tx CC 00 CC 32 Program Change CC10 CC91 CC93 -----
Waarde 0~127, ---(OFF) 0–127, --- (OFF) 0–127, --- (OFF) L64–0–63R, --- (OFF) --- (OFF), 0–127 --- (OFF), 0–127 -48–0– +48 1–16
Opname-instellingen Wanneer u op een externe sequencer opneemt, is het handig om de MIDI TX-modus in Mode2 te zetten. Met deze functie krijgt u de meest geschikte instellingen om de data van de RD-300SX op te nemen op een externe sequencer, zonder dat u alle instellingen voor Parts en kanalen hoeft te maken. For more detailed information on how to make the settings, Raadpleeg “De MIDI Tx Mode instellen” (p. 46) voor meer informatie over het maken van de instellingen.
De uitvoering opnemen Gebruik de volgende procedure als u op een externe sequencer opneemt. 1.
Uw uitvoering op de RD300SX opnemen op een externe MIDI-sequencer Neem met een externe sequencer uw muziek op meerdere sporen op en speel vervolgens de opname af.
Schakel de Thru-functie van de externe sequencer in en schakel de Local Control van de RD-300SX uit. Raadpleeg “Local Control in- en uitschakelen” (p. 46) voor meer informatie. Hoe u deze procedure moet uitvoeren, leest u in de handleiding van uw sequencer.
2.
Kies de Setup voor de op te nemen uitvoering. Hoe u een Setup kiest, leest u op p. 34.
3.
Volg de procedure beschreven in “Opname-instellingen” om de MIDI Tx-modus in te stellen op Mode2.
4.
Start de opname met de externe sequencer.
5.
Bulk Dump de Setup. Verzend de inhoud van de geselecteerde Setup naar de externe sequencer.
Aansluiten op een externe sequencer fig.04-03
MIDI IN
MIDI OUT
Hoe u deze procedure uitvoert, leest u in “Setups naar externe apparaten overbrengen (Setup Bulk Dump)” (p. 44).
MIDI Sequencer MIDI IN
MIDI OUT
RD-300SX
1.
Voordat u de procedure van het aansluiten begint, zorgt u dat alle apparaten zijn uitgeschakeld.
2.
Nadat u “De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur” (p. 12) hebt gelezen, sluit u een audio-apparaat of een koptelefoon aan.
3.
Sluit het externe MIDI-apparaat aan via de MIDI-kabel zoals in bovenstaande figuur.
4.
Schakel elk apparaat in volgens de beschrijving van “Het apparaat inschakelen” (p. 13).
48
6.
Uitvoeringen op de RD-300SX.
7.
Als uw uitvoering klaar is, stopt u de opname op de externe sequencer. De opname is nu voltooid. U kunt nu de opgenomen uitvoering beluisteren door deze op de externe sequencer af te spelen.
Externe MIDI-apparatuur aansluiten
De interne klankgenerator van de RD-300SX bespelen vanuit een extern MIDIapparaat U kunt de RD-300SX aansturen vanuit een extern MIDI-apparaat.
Aansluitingen maken
Klanken van de RD-300SX kiezen op een extern MIDIapparaat Door Bank Select- (Controller Number 0, 32) en Program Changeberichten te verzenden vanuit het externe MIDI-apparaat naar de RD-300SX, kunt u Setups en Tones kiezen.
Tones kiezen (p. 19, p. 60)
fig.04-05
MIDI OUT
Setups kiezen De MIDI-berichten van het externe MIDI-apparaat worden ontvangen door de RD-300SX om Setups te kiezen zoals aangegeven in onderstaande tabel.
MIDI Sequencer MIDI IN
Nummer 1–32
Bank Select MSB LSB 85 0
Program Change-nummer 1–32
Bij het wisselen van Setups moet u het MIDI-kanaal van het verzendende apparaat overeen laten komen met het controllerkanaal van de RD-300SX (p. 39). RD-300SX 1.
Voordat u de procedure van het aansluiten begint, zorgt u dat alle apparaten zijn uitgeschakeld.
2.
Nadat u “De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur” (p. 12) hebt gelezen, sluit u een audio-apparaat/systeem of een koptelefoon aan.
3.
Sluit het externe MIDI-apparaat aan via de MIDI-kabel zoals in bovenstaande figuur.
4.
Schakel elk apparaat in volgens de beschrijving van “Het apparaat in- en uitschakelen” (p. 13).
Bij het wisselen van individuele Parts moet u het MIDI-kanaal van het verzendende apparaat overeen laten komen met het ontvangstkanaal van de RD-300SX. Als hetzelfde kanaal voor zowel het controllerkanaal als het ontvangstkanaal is ingesteld, krijgt het controllerkanaal prioriteit, zodat Setups worden gewisseld.
49
Aansluiten op uw computer via USB (USB-modus) 4.
Wisselen van USBstuurprogramma's
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen. Weergave
Waarde Original
Generic
Wat is het USB MIDI-stuurprogramma? Het USB MIDI-stuurprogramma is een softwareprogramma waarmee gegevens worden uitgewisseld tussen de RD-300SX en de toepassing (sequencersoftware, enz.) die actief is op de via USB verbonden computer.
5.
Het USB MIDI-stuurprogramma stuurt gegevens van de toepassing naar de RD-300SX, en brengt gegevens van de RD300SX over naar de toepassing.
Schakel het apparaat na het wijzigen van de instellingen uit en zet het vervolgens weer aan.
Het is niet nodig om de Write-procedure te gebruiken voor de instellingen van het USB-stuurprogramma.
fig.05-01
MIDI-berichten uitwisselen met uw computer
Applicatie
USB-stuurprogramma
Beschrijving Selecteer dit wanneer u het meegeleverde stuurprogramma gebruikt bij een USB-verbinding. Selecteer dit wanneer u een generiek USB-stuurprogramma gebruikt, dat bij het besturingssysteem met een USBverbinding is geleverd.
Via de USB-poort kunt u de RD-300SX aansluiten op uw computer.
USB-aansluiting
Raadpleeg voor meer informatie de aparte “USB Installatiegids”. *
Wanneer u de RD-300SX voor het eerst op uw computer aansluit, moet u het USB-stuurprogramma (zie de bijgeleverde cd-rom) op de computer installeren. Raadpleeg voor meer informatie de aparte “USB Installatiegids”.
*
U kunt enkel MIDI-data via de USB-poort verzenden.
USB-kabel
Computer
921
*
Om defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten te voorkomen, moet u altijd het volume op de minimumwaarde zetten en alle apparaten uitschakelen voor u ze op elkaar aansluit.
*
De USB-kabels worden niet bijgeleverd. Neem voor de aankoop hiervan contact op met uw Roland-handelaar.
*
Gebruik een USB-kabel met een maximale lengte van 3 meter.
*
Schakel de RD-300SX uit alvorens MIDI-toepassingen op uw computer te starten. Schakel de RD-300SX nooit in of uit terwijl een MIDI-programma op uw computer actief is.
Wanneer een computer verbonden is met de USB-aansluiting, kunt u als volgt het te gebruiken USB-stuurprogramma kiezen:
*
Maak of verbreek nooit de USB-verbinding terwijl de RD-300SX is ingeschakeld.
1.
*
Als u de USB-verbinding niet gebruikt, moet u de USB-kabel loskoppelen van de RD-300SX.
*
Als tijdens het verzenden of ontvangen van gegevens de computer op sluimerstand overschakelt of als de RD-300SX wordt uit- of ingeschakeld, kan de computer vastlopen, of kan de werking van RD300SX onstabiel worden.
*
Wanneer u de sequencersoftware van uw computer gebruikt om uw performances met de RD-300SX op te nemen, raden wij u aan om de Soft Thru van de sequencersoftware op “OFF” te zetten.
USB-aansluiting
RD-300SX
2.
Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus. Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.SYS
3.
50
Druk op [RHY/GM2].
Over V-LINK V-LINK (
) is een functie die u voor het spelen van
muziek- en videomateriaal kunt gebruiken. Door met V-LINK compatibele videoapparatuur te gebruiken kunnen visuele effecten worden toegewezen aan en deel uitmaken van de expressieve elementen van een optreden. (Voorbeelden) Door de RD-300SX en de Edirol DV-7PR samen te gebruiken kunt u: • op afstand Edirol DV-7PR afspeelinstellingen creëren met de RD-300SX. • het klavier van de RD-300SX gebruiken om beelden van de Edirol DV-7PR (clips/paletten) te wisselen. *
Om V-LINK samen met de RD-300SX en de Edirol DV-7PR te gebruiken, zult u verbindingen moeten maken via een USB-MIDIinterface (apart verkrijgbaar).
Voordat u dit instrument op andere apparaten aansluit, dient u alle apparaten uit te schakelen. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.
De V-LINK gebruiken 1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SOUND CONTROL] zodat de indicator brandt. Het display verandert zoals in onderstaande afbeelding en de RD-300SX schakelt over op de beeldweergavemodus.
fig.06-01
Nu kunt u met de twaalf toetsen aan het linkeruiteinde van het klavier de beeldweergave beïnvloeden. fig.06-03
A0~G#1 *
Zolang de V-LINK-functie actief is, hoort u niets wanneer u de twaalf toetsen aan het linkeruiteinde van het klavier indrukt.
2.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk nogmaals op [SOUND CONTROL] om de modus te verlaten. Het display keert terug naar zijn normale stand en de V-LINKinstelling wordt uitgezet.
51
Problemen oplossen Als de RD-300SX niet functioneert op de manier die u verwacht, dient u eerst de volgende punten te controleren. Als hiermee het probleem niet wordt opgelost, neemt u het best contact op met uw handelaar of met een Roland Service Center bij u in de buurt.
Probleem
Controleer / Oplossing Kan het apparaat MIDI-berichten verzenden? • Zet [MIDI TX] op ON (p. 47). Er kunnen geen MIDI-berichten worden verzonden wanneer [MIDI TX] op OFF staat.
Geen geluid uit het
Probleem Toestel start niet op
Controleer / Oplossing Is het netsnoer correct ingeplugd? (p. 11)
aangesloten MIDI-
Stemt het MIDI-verzendkanaal van het
apparaat
keyboard controller-gedeelte van de RD300SX overeen met het MIDI-ontvangstka-
Staat het volume van de RD-300SX (p. 14)
naal van het aangesloten MIDI-apparaat?
of van het aangesloten apparaat helemaal
• Maak de Ch-instellingen in het MIDI
dicht?
TX-scherm (p. 47).
Zijn alle aansluitingen correct? • Als u de RD-300SX als autonoom instrument gebruikt, sluit dan audiokabels aan of gebruik een hoofdtelefoon (p. 12).
Zijn alle apparaten ingeschakeld? Geen geluid (met een
Is de MIDI-kabel correct aangesloten en
aangesloten MIDI-
ingeplugd?
apparaat)
van het aangesloten instrument? (p. 47)
Is er geluid te horen via de aangesloten
Is V-LINK ingeschakeld (p. 51)?
hoofdtelefoon?
Wanneer V-LINK is ingeschakeld, kunnen
• Als u wel geluid hoort via de hoofdtele-
Geen geluid
foon, dan is mogelijk een van de audio-
Geen geluid van de
de twaalf toetsen aan de linkerzijde van het
kabels defect of is er een probleem met
linkerklavierzijde
klavier worden gebruikt om de beeldweer-
de versterker of de mixer. Controleer
gave te beïnvloeden. In dit geval kunt u met
nogmaals uw kabels en apparatuur.
deze toetsen geen klanken produceren. Bepaalde Tones, bijv. ritmepatronen, bass
Is het volume van een zone uitgeschakeld met de ZONE LEVEL-regelaars? (p. 24) Is de Part-instelling op OFF gezet (p. 43)?
Geen klank in een
Tones, Timpani, enz. zullen niet weer-
specifiek bereik
klinken als een deel van de Tone buiten het ingestelde bereik valt.
U hoort geen geluid wanneer u een toets
De RD-300SX heeft een maximale polyfonie
aanslaat. Staat de Local Switch op OFF?
van 128 stemmen. Wanneer u samenspeelt
• Zet Local Control op ON (p. 46). Zijn de effectinstellingen correct? • Controleer de ON/OFF-instellingen
Niet alle klanken worden gespeeld
voor MULTI EFFECTS [ON/OFF]
demperpedaal gebruikt, kunnen de data van uw spel het aantal beschikbare stemmen overgespeelde noten of klanken wegvallen.
instellingen (p. 28).
Hebt u een Setup opgeroepen?
Werd het volume verlaagd met een
specifieke Zone
met een song of een ritme en veelvuldig het
stijgen. Dit heeft tot gevolg dat sommige
(p. 28), MFX Zone (p. 40) en de volume-
Geen geluid van een
Stemt het MIDI-kanaal overeen met dat
• Wanneer u een Setup oproept, worden
pedaal of door MIDI-berichten (volume-
de huidige Tone-, Effect- en andere
berichten of expressieberichten) ontvan-
instellingen uitgeschakeld en is de
gen van een extern MIDI-apparaat?
gekozen Setup van kracht ((p. 34)). Sla
Staat het volume van de Zone dicht?
de gewenste instellingen op in een
• Controleer de ZONE LEVEL-regelaars
Setup (p. 35).
(p. 24).
Tones zijn gewijzigd
Hebt u op ONE TOUCH [PIANO] gedrukt? • Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, worden de huidige Tone-, Effecten andere instellingen uitgeschakeld en zijn de instellingen voor pianospel van kracht (p. 18). Sla de gewenste instellingen op in een Setup (p. 35).
52
Problemen oplossen
Probleem
Controleer / Oplossing
Probleem
Staat de RD-300SX in Dual Play? (p. 21) Bij het bespelen van het
Zet de RD-300SX in Local OFF-modus,
klavier worden twee
wanneer hij is aangesloten op een externe
klanken geproduceerd
sequencer (p. 46). Anders zet u op de
Naargelang de gekozen Tone kunnen de toonhoogtes in bepaalde registers veranderen en op andere toonhoogtes worden gespeeld.
sequencer SOFT TRHU op “OFF”.
Hebt u Transpose geactiveerd? (p. 25,
Staat [MIDI TX] op ON?
Toonhoogte klinkt
p. 55)
• Wanneer [MIDI TX] op ON staat, wordt
eigenaardig
Is de RD-300SX ontstemd?
de externe klankgenerator aangestuurd. Tone verandert niet
• Controleer de System Master Tune-
Om de Tones van de RD-300SX te wijzi-
instellingen in de Edit-modus (p. 38).
gen, zet u [MIDI TX] op OFF (p. 47).
Werd de toonhoogte gewijzigd met een
Zijn de LOWER SELECT-instellingen cor-
pedaal of door Pitch Bend-berichten van
rect? (p. 28)
een extern MIDI-apparaat?
Staat [MULTI EFFECTS] op OFF (p. 28)? Zou het kunnen dat het Effect Type op 0
Sommige noten vallen weg
is gezet? (p. 29) Effecten worden niet toegepast/klinken verkeerd
Zou het kunnen dat het Effect Level op 0 is gezet? (p. 28) Als de Zone waarop de effecten worden
omgekeerd? • Controleer de instellingen van System
aanslaat
Is het pedaal correct aangesloten? • Sluit het pedaal goed aan op de PEDAL-aansluiting (p. 12).
300SX getrouw de diepte en galm van
Gebruikt u een pedaal van een andere
echte akoestische piano's reproduceren,
fabrikant?
kan deze galm nog steeds hoorbaar zijn
• Gebruik het bij de RD-300SX geleverde
ook als het reverb-effect al is opgeheven.
pedaal of een optioneel pedaal van de
Bij de akoestische piano-instellingen worden
DP-serie of gelijkwaardig.
klanken in het bovenste anderhalve octaafbe-
hogere octaven
reik tot het einde verlengt, ongeacht het
Pedaal heeft geen effect,
Als u een pedaalkabel uit het apparaat
gebruik van het demperpedaal. Ook de Tone
of het effect “blokkeert”
haalt, wanneer het is ingeschakeld, kan
is anders in dit bereik. De piano's van Roland reproduceren getrouw de klankeigenschappen van akoestische piano's. U kunt ook de Key Transpose-instelling van het instrument gebruiken om het bereik te wijzigen waarop het demperpedaal geen effect heeft.
Geluid komt van links of rechts wanneer u een toets aanslaat (Panned)
Damper Pedal Polarity in de Editmodus (p. 38).
Aangezien de pianogeluiden van de RD-
van toonsoort in de
mige noten wegvallen.
wanneer u een toets
past op de Upper Tone (p. 40).
Geluid verandert plots
men tegelijkertijd speelt, kunnen som-
Is de polariteit van het hold-pedaal
Tone, dan worden de effecten niet toege-
het opheffen van reverb
Als u meer dan de maximale 128 stem-
Het geluid blijft spelen
toegepast, is toegewezen aan de Lower
Er blijft galm klinken na
Controleer / Oplossing
Sommige Tones zijn zo ingesteld dat het geluid willekeurig van links of rechts komt (ze zijn “panned”) telkens als u een toets aan-
het effect van het pedaal non-stop worden toegepast. Schakel het apparaat dus eerst uit voor u een pedaalkabel probeert te verwijderen of aan te sluiten (p. 12). Als Setup Pedal Shift op “ON” staat en u gebruikt het pedaal als speciale Setupschakelaar (p. 39), dan kunt u de controlepedaalfunctie niet gebruiken (p. 40).
slaat. U kunt deze instellingen niet wijzigen. Het geluid kan vervormd worden door instellingen van equalizer, multi-effect en Part volume. Stel de ZONE LEVEL-rege-
Geluid is vervormd
laars bij (p. 24). Wordt er een distortion-effect toegepast op het geluid (p. 28)?
53
Problemen oplossen
Probleem
Controleer / Oplossing Bij beluistering via hoofdtelefoon: Sommige piano-Tones met krachtige, levendige klanken bevatten een grote hoge-frequentiecomponent, waardoor het kan lijken alsof een metalige galm werd toegepast. Dit reproduceert de karakteristieken van akoestische piano’s weer en wijst niet op een defect. Aangezien deze galm vooral
Er weerklinkt een schril
hoorbaar wordt wanneer ze wordt
geluid
aangevuld met krachtige reverb, kunt u het probleem verkleinen door de hoeveelheid reverb voor de klank te verminderen. Bij beluistering via luidsprekers: Dit heeft vermoedelijk een andere oorzaak (zoals een resonantie geproduceerd door de RD-300SX). Raadpleeg uw handelaar of het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
54
Lijst van de effecten Weergegeven nummer 00 01
Effectnaam
02
MID CUT
03
LOW CUT
04
LOW BOOST
05 06
NOTCH FILTER STEP FILTER
07
ENHANCER
08
AUTO WAH
09
HUMANIZER
10 11
SPEAKER SIMULATOR PHASER
12
STEP PHASER
13
MULTI PHASER INFINITE PHASER
14
THRU EQUALIZER
15
RING MODULATOR
16 17
STEP RING MODULATOR TREMOLO
18
AUTO PAN
19
STEP PAN
20
SLICER
21
ROTARY
22
VK ROTARY
23
CHORUS
24
FLANGER
Verklaring
Parameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29): Verklaring (waarde)
Versterkt de hoge en lage uitersten voor een duidelijk aanslaande toon. Vermindert het middenbereik voor een heldere, aangename klank. Vermindert het volume van het lage bereik.
EQ Gain: Gain van het lage en middenbereik (0–30) Mid Gain: Gain van het middenbereik (0–30) Low Gain: Gain van het lage bereik (0–64) Boost Gain: Hoeveelheid waarmee het lage bereik wordt versterkt (0–12) Filter Cutoff: Cutoff-frequentie van de filter (0–127) Rate: Modulatiesnelheid (0–21) Sens: Gevoeligheid van de enhancer (0–127)
Verhoogt het volume van het lage bereik voor krachtige lage tonen. Deze filter vermindert specifieke frequenties. Deze filter verandert de cutoff-frequentie trapsgewijs. Regelt de structuur van de boventonen voor de hoge frequenties; zodat het geluid frisser en strakker gaat klinken. Bestuurt een filter op cyclische wijze om een cyclische verandering in klankkleur te creëren. Geeft het geluid een vocaal karakter, zodat het net als een menselijke stem klinkt. Simuleert de grote triple-stack luidspreker Dit is een stereo phaser. Een in fase verschoven geluid wordt toegevoegd aan het originele geluid en gemoduleerd. Dit is een stereo phaser. Het phaser-effect wordt geleidelijk gevarieerd. Een zeer hoge instelling van het faseverschil produceert een diep phaser-effect. Een phaser die de frequentie waarbij het geluid wordt gemoduleerd, blijft verhogen/ verlagen. Dit is een effect dat amplitudemodulatie (AM) toepast op het input-signaal, wat een geluid als van een klok geeft. Een ring modulator die de gemoduleerde frequenties cyclisch verandert. Zorgt voor een cyclische modulatie van het volume en voegt zo een tremolo-effect toe aan het geluid. Zorgt voor een cyclische modulatie van de stereolocatie van het geluid. Zorgt voor een cyclische modulatie van de stereolocatie van het geluid. Door het geluid herhaalde malen af te snijden, laat dit effect een gewoon geluid klinken alsof het als een begeleidende frase wordt gespeeld. Dit heeft vooral effect wanneer u het toepast op sustain-geluiden. Het Rotary-effect simuleert het geluid van roterende luidsprekers, die vaak bij oude elektrische orgels werden gebruikt. Dit type levert een gewijzigde respons voor de roterende luidspreker, waarbij de lage frequenties verder worden versterkt. Dit is een stereo chorus-effect. Dit is een stereo flanger. Deze produceert een metaalachtige resonantie die stijgt en daalt zoals een vliegtuig dat vertrekt of landt.
Manual: Past de middenfrequentie aan waarop het effect wordt toegepast. (0–127) Rate: Frequentie waarbij de twee vocalen worden verwisseld (0–21) Direct Level: Volume van het directe geluid (0–127) Rate: Modulatiefrequentie (0–21) Step Rate: Modulatiefrequentie (0–21) Rate: Modulatiefrequentie (0–21) Speed: Snelheid waarmee de frequentie waarop de geluiden worden gemoduleerd, moet worden verhoogd of verlaagd (0–200) Frequency: Past de frequentie aan waarop de modulatie wordt toegepast (0–127) Rate: Modulatiesnelheid (0–21) Rate: Frequentie van de verandering (0–21) Rate: Frequentie van de verandering (0–21) Rate: Frequentie van de verandering (0–21) Rate: Frequentie van de verandering (0–21)
Speed: rotatiesnelheid van de roterende luidspreker (0–1) Speed: rotatiesnelheid van de roterende luidspreker (0–1) Depth: Diepte van de modulatie (0–127) Depth: Diepte van de modulatie (0–127)
55
Lijst van de effecten
Weergegeven nummer 25
Effectnaam
Verklaring
STEP FLANGER HEXACHORUS TREMOLO CHORUS
Dit is een flanger waarin de toonhoogte van het flanger-geluid in stappen wordt gewijzigd. Gebruikt een chorus-effect met zes fasen om het geluid rijker en voller te doen klinken. Dit is een chorus-effect met toegevoegde tremolo (cyclische volumemodulatie).
28
SPACE-D
29
3D CHORUS
30
3D FLANGER
31
3D STEP FLANGER
32
2BAND CHORUS
33
2BAND FLANGER
34
2BAND STEP FLANGER
35
OVERDRIVE
36
DISTORTION
37
VS OVERDRIVE
38
40
VS DISTORTION GUITAR AMP SIMULATOR COMPRESSOR
41
LIMITER
42
GATE
43
DELAY
Dit is een meervoudig chorus-effect dat tweefasenmodulatie toepast in stereo. Dit geeft geen compressie of modulatie, maar produceert een transparant chorus-effect. Dit past een 3D-effect toe op het chorusgeluid. Het chorus-geluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts geplaatst. Dit past een 3D-effect toe op het flangergeluid. Het flanger-geluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts geplaatst. Dit past een 3D-effect toe op het step flangergeluid. Het flanger-geluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts geplaatst. Een chorus-effect waarmee u een effect kunt toepassen onafhankelijk van de lagefrequentie- en hogefrequentiebereiken. Een flanger waarmee u een effect kunt toepassen onafhankelijk van de lagefrequentieen hogefrequentiebereiken. Een step flanger waarmee u een effect kunt toepassen onafhankelijk van de lagefrequentie- en hogefrequentiebereiken. Creëert een zachte vervorming, zoals die van vacuümbuizenversterkers. Creëert een meer intense vervorming dan Overdrive. Dit is een overdrive die een zware vervorming geeft. Dit is een distortion-effect met een zware vervorming. Dit is een effect dat het geluid van een gitaarversterker simuleert. Maakt hoge volumes vlakker en verbetert de lage volumes, zodat volumeschommelingen worden verminderd. Comprimeert signalen die boven een opgegeven volumeniveau komen, om te voorkomen dat er vervorming optreedt. Snijdt de delay van de reverb af volgens het volume van het geluid dat naar het effect wordt gestuurd. Gebruik dit wanneer u een artificieel klinkende afname wilt creëren voor het uitsterven van de reverb. Dit is een stereo-delay.
44
LONG DELAY
Een delay die een lange delay-tijd biedt.
45
SERIAL DELAY
Deze delay schakelt twee delay-units in serie.
46
MODULATION DELAY
Voegt modulatie toe aan het vertraagde geluid.
26 27
39
56
Parameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29): Verklaring (waarde) Step Rate: Snelheid van de toonhoogtewijziging (0–21) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het tremolo chorusgeluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het flanger-geluid (0–100) Step Rate: Snelheid van de toonhoogtewijziging (0–21) Balance: Volumebalans van het originele geluid en het chorus-geluid (0–100) Balance: Volumebalans van het originele geluid en het flanger-geluid (0–100) Balance: Volumebalans van het originele geluid en het flanger-geluid (0–100) Level: Output Level (0–127) Level: Output Level (0–127) Level: Output Level (0–127) Level: Output Level (0–127) Pre Amp Master: Volume van de volledige voorversterking (0–127) Threshold: Stelt het volume in waarbij compressie begint (0–127) Threshold: Stelt het volume in waarbij compressie begint (0–127) Threshold: Volume waarbij de gate begint te sluiten (0–127)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Lijst van de effecten
Weergegeven nummer 47
Effectnaam
Verklaring
3TAP PAN DELAY
Levert drie delay-geluiden op: centraal, links en rechts.
48
4TAP PAN DELAY
Dit effect heeft vier delays.
49
MULTI TAP DELAY
Dit effect biedt vier delays met feedback.
50
REVERSE DELAY
51
SHUFFLE DELAY
52
3D DELAY
53
TIME CONTROL DELAY
Dit is een reverse delay dat een omgekeerd en vertraagd geluid toevoegt aan het inputgeluid. Voegt een shuffle toe aan het delay-geluid, wat het geluid een levendig en swingend delay-effect geeft. Dit past een 3D-effect toe op het delaygeluid. Het delay-geluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts geplaatst. Een stereo-delay waarbij de vertraging vloeiend kan worden gevarieerd.
54
55
LONG TIME CONTROL DELAY TAPE ECHO
56
LOFI NOISE
57 58
LOFI COMPRSSOR LOFI RADIO
59
TELEPHONE
60
PHONOGRAPH
61
PITCH SHIFTER 2VOICE PITCH SHIFTER
62
Een delay waarbij de vertraging vloeiend kan worden gevarieerd, en waarbij een extended delay kan worden geproduceerd. Een virtuele bandecho die een realistisch tape delay-geluid produceert. Naast een Lo-Fi-effect creëert dit effect ook verschillende soorten ruis, zoals witte ruis en ruis van een vinylplaat. Dit is een effect dat de geluidskwaliteit opzettelijk verlaagt voor creatieve doeleinden. Naast een Lo-Fi-effect genereert dit effect ook radioruis. Dit past een telefoongeluid toe. Simuleert een geluid opgenomen op een analoge plaat en afgespeeld op een platenspeler. Een stereo pitch shifter.
63
STEP PITCH SHIFTER
64
REVERB
65
GATED REVERB
66
OVERDRIVE →CHORUS
Verschuift de toonhoogte van het oorspronkelijke geluid. Deze 2-stemmige pitch shifter omvat twee pitch shifters, en kan twee geluiden met verschoven toonhoogte aan het originele geluid toevoegen. Deze pitch shifter verandert trapsgewijs het verschuivingsvolume van het geluid met verschoven toonhoogte. Voegt galm aan het geluid toe, zodat een akoestische ruimte wordt gesimuleerd. Dit is een speciaal type reverb, waarbij het weerkaatsende geluid voor zijn natuurlijke lengte wordt afgekapt. Dit effect schakelt een overdrive en een chorus in serie.
67
OVERDRIVE →FLANGER
Dit effect schakelt een overdrive en een flanger in serie.
Parameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29): Verklaring (waarde) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100) Echo Level: Volume van het echogeluid (0–127) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100) Fine: Past de toonhoogte aan van het pitch-shifted geluid (0–100) Balance: Volumebalans tussen de Pitch Shift 1- en de Pitch Shift 2-geluiden. (0–100)
Rate: Modulatiesnelheid (0–21) Time: Tijdsduur van het reverb-effect. (0–127) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het reverb-geluid (0–100) Chorus Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (0–100). Flanger Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (0–100).
57
Lijst van de effecten
Weergegeven nummer 68
58
Effectnaam
Verklaring
OVERDRIVE →DELAY
Dit effect schakelt een overdrive en een delay in serie.
69
DISTORTION →CHORUS
Dit effect schakelt een distortion en een chorus in serie.
70
DISTORTION →FLANGER
Dit effect schakelt een distortion en een flanger in serie.
71
DISTORTION →DELAY
Dit effect schakelt een distortion en een delay in serie.
72
ENHANCER →CHORUS
Dit effect schakelt een enhancer en een chorus in serie.
73
ENHANCER →FLANGER
Dit effect schakelt een enhancer en een flanger in serie.
74
ENHANCER →DELAY
Dit effect schakelt een enhancer en een delay in serie.
75
CHORUS →DELAY
Dit effect schakelt een chorus en een delay in serie.
76
FLANGER →DELAY
Dit effect schakelt een flanger en een delay in serie.
77
CHORUS →FLANGER
Dit effect schakelt een chorus en een flanger in serie.
78
SYMPATHETIC RESONANCE
Wanneer u op een akoestische piano het demperpedaal indrukt, laat u andere snaren meeresoneren met de noten die u speelt, zodat rijke en ruimtelijke resonanties ontstaan. Dit effect simuleert deze “sympathetic resonances”.
Parameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29): Verklaring (waarde) Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100). Chorus Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (0–100). Flanger Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (0–100). Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100). Chorus Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (0–100). Flanger Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (0–100). Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100). Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100). Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100). Flanger Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (0–100). Depth: Diepte van het effect (0–10)
Foutmeldingen Weergave
Betekenis Er werden te veel MIDI-data tegelijkertijd verstuurd van het externe MIDIinstrument, en het apparaat kon de data niet verwerken. Verminder de hoeveelheid MIDI-data die naar de RD-300SX worden gestuurd. Er is een probleem met de aansluiting van een MIDI-kabel of een computerkabel. Controleer of de MIDI-kabels en computerkabels correct zijn aangesloten. Er is een systeemfout opgetreden. Probeer de procedure opnieuw uit te voeren. Als deze boodschap na verschillende pogingen blijft verschijnen, neemt u het best contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
59
Lijst van de Tones MSB: Bank Select MSB (Control Number: 0) LSB: Bank Select MSB (Control Number: 32) PC: Program Change
[GUITAR/BASS]
[PIANO]
Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010
X-Ultimate Grand RD X-Pure Grand Mellow Piano X-PureMellow Piano+Strings Rock Piano Honky-tonk X-Pure Mono GrandRD Mono
087 087 087 087 087 087 087 087 087 087
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013
Dyna Nylon Steel Gtr Jz Gtr Hall Blusey OD Punker SX Ac.Bass FingerMaster SX Fretnot Slap Bass Bass+RideCym Punch MG 101 Bass Synth Bass
087 087 087 087 087 087 087 087 087 087 087 087 087
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013
015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075
Piano 1 Piano 1w European Pf Piano 2 Piano 2w Piano 3 Piano 3w Honky-tonk Honky-tonk 2 E.Piano 1 St.Soft EP FM+SA EP 60's E.Piano E.Piano 2 Detuned EP 2 St.FM EP EP Legend EP Phase Harpsichord Coupled Hps. Harpsi.w Harpsi.o Clav. Pulse Clav Celesta Glockenspiel Music Box Vibraphone Vibraphone w Marimba Marimba w Xylophone Tubular-bell Church Bell Carillon Santur Organ 1 Trem. Organ 60's Organ 1 70's E.Organ Organ 2 Chorus Or.2 Perc. Organ Organ 3 Church Org.1 Church Org.2 Church Org.3 Reed Organ Puff Organ Accordion Fr Accordion It Harmonica Bandoneon Nylon-str.Gt Ukulele Nylon Gt.o Nylon Gt.2 Steel-str.Gt 12-str.Gt Mandolin Steel + Body
121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121
001 001 001 002 002 003 003 004 004 005 005 005 005 006 006 006 006 006 007 007 007 007 008 008 009 010 011 012 012 013 013 014 015 015 015 016 017 017 017 017 018 018 018 019 020 020 020 021 021 022 022 023 024 025 025 025 025 026 026 026 026
064 064 064 064 064 064 064 064 064 064
[E.PIANO] Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010
Vintage EP 1 Vintage EP 2 70's E.Piano 60's E.Piano FM E.Piano Clav Natural Hps. Vibraphone Marimba Morning Lite
087 087 087 087 087 087 087 087 087 087
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010
065 065 065 065 065 065 065 065 065 065
[ORGAN] Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
001 002 003 004 005 006 007
Zepix Organ FullDraw Org X Perc Organ Gospel Spin Mellow Bars Rock Organ Massive Pipe
087 087 087 087 087 087 087
001 002 003 004 005 006 007
066 066 066 066 066 066 066
[STRINGS/PAD] Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012
SX Strings Studio Sect. OrchestraPad ChmbrStrings Pizzicato JP Strings Soft Pad Silky Way Nu Epic Pad Strings Pad Flange Dream InfinitePhsr
087 087 087 087 087 087 087 087 087 087 087 087
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012
60
067 067 067 067 067 067 067 067 067 067 067 067
068 068 068 068 068 068 068 068 068 068 068 068 068
[BRASS/WINDS] Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010
StackTp Sect VoyagerBrass Wood Symphny Bigband Sax Soprano Sax Tenor Sax Flute Bend SynBrs Jump For KY Afro Horns
087 087 087 087 087 087 087 087 087 087
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010
069 069 069 069 069 069 069 069 069 069
[VOICE/SYNTH] Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
001 002 003 004 005 006 007 008
Jazz Scat Morning Star Choir Aahs Female Aahs Galactic SX Saw Lead Square Lead SuperSawSlow
087 087 087 087 087 087 087 087
001 002 003 004 005 006 007 008
070 070 070 070 070 070 070 070
[RHYTHM/GM2] Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
001 002 003 004 005
SX Pop Kit SX Rock Kit SX Jazz Kit SX R&B Kit SX House Kit
086 086 086 086 086
001 002 003 004 005
064 064 064 064 064
Nr.
Tone-naam
MSB LSB
PC
006 007 008 009 010 011 012 013 014
GM2 STANDARD GM2 ROOM GM2 POWER GM2 ELECTRIC GM2 ANALOG GM2 JAZZ GM2 BRUSH GM2 ORCHESTRA GM2 SFX
120 120 120 120 120 120 120 120 120
001 009 017 025 026 033 041 049 057
000 000 000 000 000 000 000 000 000
000 001 002 000 001 000 001 000 001 000 001 002 003 000 001 002 003 004 000 001 002 003 000 001 000 000 000 000 001 000 001 000 000 001 002 000 000 001 002 003 000 001 002 000 000 001 002 000 001 000 001 000 000 000 001 002 003 000 001 002 003
Lijst van de Tones
076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145
Jazz Gt. Pedal Steel Clean Gt. Chorus Gt. Mid Tone GTR Muted Gt. Funk Pop Funk Gt.2 Jazz Man Overdrive Gt Guitar Pinch DistortionGt Feedback Gt. Dist Rtm GTR Gt.Harmonics Gt. Feedback Acoustic Bs. Fingered Bs. Finger Slap Picked Bass Fretless Bs. Slap Bass 1 Slap Bass 2 Synth Bass 1 SynthBass101 Acid Bass Clavi Bass Hammer Synth Bass 2 Beef FM Bass RubberBass 2 Attack Pulse Violin Slow Violin Viola Cello Contrabass Tremolo Str PizzicatoStr Harp Yang Qin Timpani Orche str Orchestra 60s Strings Slow Strings Syn.Strings1 Syn.Strings3 Syn.Strings2 Choir Aahs Chorus Aahs Voice Oohs Humming SynVox Analog Voice OrchestraHit Bass Hit 6th Hit Euro Hit Trumpet Dark Trumpet Trombone Trombone 2 Bright Tb Tuba MutedTrumpet MuteTrumpet2 French Horns Fr.Horn 2 Brass 1
121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121
000 001 000 001 002 000 001 002 003 000 001 000 001 002 000 001 000 000 001 000 000 000 000 000 001 002 003 004 000 001 002 003 000 001 000 000 000 000 000 000 001 000 000 001 002 000 000 001 000 000 001 000 001 000 001 000 001 002 003 000 001 000 001 002 000 000 001 000 001 000
027 027 028 028 028 029 029 029 029 030 030 031 031 031 032 032 033 034 034 035 036 037 038 039 039 039 039 039 040 040 040 040 041 041 042 043 044 045 046 047 047 048 049 049 049 050 051 051 052 053 053 054 054 055 055 056 056 056 056 057 057 058 058 058 059 060 060 061 061 062
146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215
Brass 2 Synth Brass1 Pro Brass Oct SynBrass Jump Brass Synth Brass2 SynBrass sfz Velo Brass 1 Soprano Sax Alto Sax Tenor Sax Baritone Sax Oboe English Horn Bassoon Clarinet Piccolo Flute Recorder Pan Flute Bottle Blow Shakuhachi Whistle Ocarina Square Wave MG Square 2600 Sine Saw Wave OB2 Saw Doctor Solo Natural Lead SequencedSaw Syn.Calliope Chiffer Lead Charang Wire Lead Solo Vox 5th Saw Wave Bass & Lead Delayed Lead Fantasia Warm Pad Sine Pad Polysynth Space Voice Itopia Bowed Glass Metal Pad Halo Pad Sweep Pad Ice Rain Soundtrack Crystal Syn Mallet Atmosphere Brightness Goblin Echo Drops Echo Bell Echo Pan Star Theme Sitar Sitar 2 Banjo Shamisen Koto Taisho Koto Kalimba Bagpipe Fiddle
121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121
001 000 001 002 003 000 001 002 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 001 002 000 001 002 003 004 000 000 000 001 000 000 000 001 000 000 001 000 000 001 000 000 000 000 000 000 000 001 000 000 000 000 001 002 000 000 001 000 000 000 001 000 000 000
062 063 063 063 063 064 064 064 065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 081 081 082 082 082 082 082 083 084 085 085 086 087 088 088 089 090 090 091 092 092 093 094 095 096 097 098 099 099 100 101 102 103 103 103 104 105 105 106 107 108 108 109 110 111
216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270
*
Shanai Tinkle Bell Agogo Steel Drums Woodblock Castanets Taiko Concert BD Melo. Tom 1 Melo. Tom 2 Synth Drum 808 Tom Elec Perc Reverse Cym. Gt.FretNoise Gt.Cut Noise String Slap Breath Noise Fl.Key Click Seashore Rain Thunder Wind Stream Bubble Bird Dog Horse-Gallop Bird 2 Telephone 1 Telephone 2 DoorCreaking Door Scratch Wind Chimes Helicopter Car-Engine Car-Stop Car-Pass Car-Crash Siren Train Jetplane Starship Burst Noise Applause Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps Gun Shot Machine Gun Lasergun Explosion
121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121
000 000 000 000 000 001 000 001 000 001 000 001 002 000 000 001 002 000 001 000 001 002 003 004 005 000 001 002 003 000 001 002 003 004 005 000 001 002 003 004 005 006 007 008 009 000 001 002 003 004 005 000 001 002 003
112 113 114 115 116 116 117 117 118 118 119 119 119 120 121 121 121 122 122 123 123 123 123 123 123 124 124 124 124 125 125 125 125 125 125 126 126 126 126 126 126 126 126 126 126 127 127 127 127 127 127 128 128 128 128
Sommige Tones klinken enkel voor één ingedrukte toets (Mono Tones).
61
Lijst van de ritmepatronen *
[EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
21 22 23 24 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36
37
38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88 89
90
91 92 93 94 95 C7 96
97
98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 C8 108
62
SX Pop Kit
SX Rock Kit
SX Jazz Kit
SX R&B Kit
SX House Kit
Rock Kick Pop Kick Analog Kick 1 Hush Kick Pop CHH 1 [EXC1] Reg. Snare 1 Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Hand Clap 2 Hand Clap 3 Pop PHH [EXC1] Hand Clap 4 Snare Roll Old Kick Hush Kick Reg.Stick Reg. Snare Reg. Snare Ghost Titan Snare Reg. Low Tom Flm Pop CHH 1 [EXC1] Reg. Low Tom Pop CHH 2 [EXC1] Reg.Mid Tom Flm Pop OHH [EXC1] Reg. Mid Tom Reg. High Tom Flm Pop Crash Cymbal 1 Reg. High Tom Pop RideCymbal 1 Pop Chinese Cymbal Pop Ride Bell Tambourine Pop Splash Cymbal Cha Cha Cowbell Pop Crash Cymbal 2 Vibraslap Pop RideCymbal 2 Bongo Hi Bongo Lo Conga Mute Conga Hi Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Shaker 2 Shaker 3 Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Cabasa Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt Grit Snare Jungle Snare 1 Reg.Stick Titan Snare Old Kick Pop Kick Rock Kick Analog Kick 1 Rock Snare Dry Electric Snare Reg. Snare Ghost Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Old Kick Pop Kick Analog Kick 1 Rock Kick Rock CHH1 [EXC1] Rock Snare 1 Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Hand Clap 2 Hand Clap 3 Pop PHH [EXC1] Hand Clap 4 Snare Roll Old Kick Rock Kick Rock Side Stick Rock Snare 1 Snare Ghost Rock Snare 2 Rock Low Tom Flm Rock CHH 1 [EXC1] Rock Low Tom Rock CHH 2 [EXC1] Rock Mid Tom Flm Rock OHH [EXC1] Rock Mid Tom Rock High Tom Flm Rock Crash Cymbal Rock HighTom Pop Ride Cymbal 2 Rock Chinese Cymbal Rock Ride Bell Tambourine Rock Splsh Cymbal Cha Cha Cowbell Rock Chinese Cymbal 2 Vibraslap Pop Ride Cymbal 1 Bongo Hi Bongo Lo Conga Mute Conga Hi Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Shaker 2 Shaker 3 Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Cabasa Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt LoFi Snare Jungle Snare 1 Rock Side Stick Rock Snare 2 Old Kick Pop Kick Rock Kick Analog Kick 1 Rock Snare Dry Electric Snare Rock Snare Ghost Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Old Kick Jazz Kick 1 Analog Kick 1 Jazz Swish Jazz Tap 1 Jazz Tap 2 Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Hand Clap 2 Hand Clap 3 Pop PHH [EXC1] Gospel Hand Clap Snare Roll Pop Kick Jazz Kick 2 Jazz Snare Swing Jazz Snare 1 Pop Snare Swing Jazz Snare 2 Jazz Low Tom Flm Pop CHH 1 [EXC1] Jazz Low Tom Pop CHH 2 [EXC1] Jazz Mid Tom Flm Pop OHH [EXC1] Jazz Mid Tom Jazz High Tom Flm Jazz Crash Cymbal Jazz HighTom Jazz Ride Cymbal 1 Jazz Chinese Cymbal Jazz Ride Cymbal 2 Tambourine Pop Splsh Cymbal Cha Cha Cowbell Jazz Crash Cymbal 2 Vibraslap Pop Ride Cymbal 1 Bongo Hi Bongo Lo Conga Mute Conga Hi Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Shaker 2 Shaker 3 Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Cabasa Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt Jazz Snare 1 Jazz Snare 2 Jazz Snare Swing Jazz Swish Old Kick Jazz Kick 1 Jazz Kick 2 Analog Kick 1 Jazz Tap 1 Jazz Tap 2 Pop Snare Swing Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Analog Kick 2 TR909 Kick 1 TR909 Kick 2 R&B CHH 2 [EXC1] R&B CHH 3 [EXC1] R&B CHH 4 [EXC1] Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Gospel Hand Clap 2 Hand Clap 2 R&B CHH 5 [EXC1] Gospel Hand Clap Lo-Bit CHH [EXC1] Analog Kick 1 R&B Kick R&B Side Stick 1 R&B Snare 1 R&B Snare 2 R&B Snare 3 Sharp Low Tom 6 R&B CHH 1 [EXC1] Sharp Low Tom 5 R&B CHH 1 [EXC1] Sharp Low Tom 4 R&B OHH [EXC1] Sharp High Tom 3 Sharp High Tom 2 R&B Crash Cymbal Sharp High Tom 1 Pop Ride Cymbal 1 R&B Chinese Cym R&B Ride Bell Tambourine TR909 Ride Cha Cha Cowbell House Crash Cymbal Vibraslap Pop Ride Cymbal 2 House Bongo Hi House Bongo Lo House Conga Hi House Conga Mt House Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Cabasa House Maracas Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] House Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Hoo Hi [EXC4] Hoo Lo [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Shaker Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Tambourine Tambourine Cabasa Up Cabasa Down Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt Grit Snare Jungle Snare 1 R&B Side Stick 2 Analog Snare HipHop Kick TR808 Kick 1 TR808 Kick 2 Techno Kick Rock Snare Dry Electric Snare Jungle Snare 2 Vinyl Noise Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Dance Kick Lo-Bit CHH [EXC1] Techno Kick 2 Concert Snare Snare Roll Finger Snap High-Q Slap Scratch Push Scratch Pull Sticks Square Click Metro Click Metro Bell House Kick 1 House Kick 2 R&B Side Stick 1 House Snare 1 House Snare 2 House Snare 3 House Low Tom 1 House CHH [EXC1] House Low Tom 2 House PHH [EXC1] House Mid Tom 1 House OHH [EXC1] House Mid Tom 2 House High Tom 1 House Crash Cymbal House High Tom 2 House Ride Cymbal Reverse Cymbal House Ride Bell ShakeTambourine House Splash Cymbal House Cowbell HouseCrash Cymbal Vibraslap Pop Ride Cymbal 2 House Bongo Hi House Bongo Lo House Conga Hi House Conga Mt House Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Cabasa House Maracas Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] House Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Hoo Hi [EXC4] Hoo Lo [EXC4] Electric Triangle Mt [EXC5] Electric Triangle Op [EXC5] Shaker Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt LoFi Snare Jungle Snare 1 R&B Side Stick 2 Analog Snare TR808 Kick 1 TR808 Kick 2 Jungle Kick Techno Kick Rock Snare Dry Electric Snare Jungle Snare 2 Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Lijst van de ritmepatronen
*
-----: Geen klank.
*
[EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
21 22 23 24 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36
37
38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88
GM2 STANDARD
GM2 ROOM
GM2 POWER
GM2 ELECTRIC
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Jazz Kick 1 Mix Kick Side Stick Standard SN1 909 HandClap Elec Snare 3 Real Tom 6 Close HiHat2 Real Tom 6 Pedal HiHat2 Real Tom 4 Open HiHat2 Real Tom 4 Real Tom 1 Crash Cym.1 Real Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Mix Kick Standard KK1 Side Stick Standard SN2 909 HandClap Elec Snare 7 Room Tom 5 Close HiHat2 Room Tom 6 Pedal HiHat2 Room Tom 2 Open HiHat2 Room Tom 2 Rock Tom 1 Crash Cym.1 Rock Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Standard KK1 Power Kick1 Side Stick Dance Snare1 909 HandClap Elec Snare 4 Room Tom 5 Close HiHat2 Room Tom 6 Pedal HiHat2 Room Tom 2 Open HiHat2 Room Tom 2 Rock Tom 1 Crash Cym.1 Rock Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Power Kick1 Elec Kick 1 Side Stick Elec. Snare 909 HandClap Elec Snare 2 Synth Drum 2 Close HiHat2 Synth Drum 2 Pedal HiHat2 Synth Drum 2 Open HiHat2 Synth Drum 2 Synth Drum 2 Crash Cym.1 Synth Drum 2 Ride Cymbal ReverseCymbl Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
63
Lijst van de ritmepatronen
*
-----: Geen klank.
*
[EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
21 22 23 24 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36
37
38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88
64
GM2 ANALOG
GM2 JAZZ
GM2 BRUSH
GM2 ORCHSTRA
GM2 SFX
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell TR-808 Kick2 TR-808 Kick 808 Rimshot 808 Snare 1 909 HandClap Elec Snare 6 808 Tom 2 TR-808 CHH 808 Tom 2 808__chh 808 Tom 2 TR-808 OHH 808 Tom 2 808 Tom 2 808 Crash 808 Tom 2 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. 808cowbe Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo 808 Conga 808 Conga 808 Conga High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa 808marac ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro 808clave Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Jazz Kick 2 Jazz Kick 1 Side Stick Standard SN3 909 HandClap Elec Snare 5 Real Tom 6 Close HiHat2 Real Tom 6 Pedal HiHat2 Real Tom 4 Open HiHat2 Real Tom 4 Real Tom 1 Crash Cym.1 Real Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell 3 Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Jazz Kick 2 Jazz Kick 1 Side Stick Brush Swirl Brush Slap1 Brush Swirl Brash Tom 2 Close HiHat3 Brash Tom 2 Pedal HiHat3 Brash Tom 2 Open HiHat3 Brash Tom 2 Brash Tom 2 Crash Cym.3 Brash Tom 2 Ride Cymbal2 ChinaCymbal Ride Bell 2 Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------Close HiHat2 Pedal HiHat2 Open HiHat2 Ride Cymbal3 Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Concert BD Mix Kick Side Stick Concert Snr Castanets Concert Snr Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Tambourine Splash Cym. Cowbell Con.Cymbal2 Vibraslap Concert Cym. Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo Applause
------------------------------------------------------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Gt.FretNoiz Gt.CutNoise Gt.CutNoise String Slap Fl.KeyClick Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps Footsteps Applause Creaking Door Scratch Wind Chimes Car-Engine Car-Stop Car-Pass Car-Crash Siren Train Jetplane Helicopter Starship Gun Shot Machine Gun Lasergun Explosion Dog HorseGallop Bird Rain Thunder Wind Seashore Stream Bubble -----------------
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
Lijst van de ritmepatronen Nr.
Ritmepatroon
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 065
R&B Pop 1 R&B Pop 2 R&B 1 R&B 2 Shuffle Pop 1 Shuffle Pop 2 Latin Pop 1 Latin Pop 2 Jazz Brush 1 Jazz Waltz Ballad 1 Ballad 2 Rock 1 Rock 2 Back Beat 1 Back Beat 2 Elec Dance 1 Elec Dance 2 Pop 1 Pop 2 Pop 3 Pop 4 8Beat Pop 1 8Beat Pop 2 8Beat Pop 3 8Bt Fusion 1 8Bt Fusion 2 Pop Funk 1 Pop Funk 2 Pop Funk 3 Pop Funk 4 Pop Funk 5 Pop Funk 6 Pop Funk 7 Pop Funk 8 16Beat Pop 1 16Beat Pop 2 16Beat Pop 3 16Bt Fusion 1 16Bt Fusion 2 16Bt Fusion 3 Shuffle Pop 3 Shuffle Pop 4 Shuffle Pop 5 Shuffle Pop 6 Shuffle Pop 7 West Coast Motown R&B Pop 3 R&B Pop 4 R&B Pop 5 Back Beat 3 Back Beat 4 Back Beat 5 Back Beat 6 Back Beat 7 Back Beat 8 Back Beat 9 Back Beat 10 R&B 3 R&B 4 R&B 5 R&B 6 R&B 7 R&B 8
066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130
R&B 9 R&B 10 R&B 11 R&B 12 R&B 13 R&B 14 R&B 15 R&B 16 R&B 17 R&B 18 Funk 1 Funk 2 Funk 3 8Beat Rock 1 8Beat Rock 2 8Beat Rock 3 16Beat Rock 1 16Beat Rock 2 Ballad 3 Piano Ballad Rockaballad Blue Grass Combo 1 Combo 2 Fast Swing 1 Fast Swing 2 Swing 1 Swing 2 Swing 3 Jazz Brush 2 Free Jazz Jazz 1 Jazz 2 Jazz 3 Jazz 4 Jazz 5 Jazz 6 Jazz 7 Jazz 8 Jazz 9 Jazz 10 Blues 1 Blues 2 Gospel 1 Gospel 2 Polka 1 Polka 2 Latin Pop 3 Latin Pop 4 Latin Pop 5 Latin Pop 6 Latin Pop 7 Latin Pop 8 Latin Pop 9 Latin Pop 10 Latin Pop 11 Bossa Nova 1 Bossa Nova 2 Bossa Nova 3 Fast Bossa Pop Bossa Salsa 1 Salsa 2 Samba 1 Samba 2
131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185
Rhumba Mambo 1 Mambo 2 Merengue Power Fusion 1 Power Fusion 2 Rock 3 Rock 4 Rock 5 Rock 6 Rock 7 Rock 8 Rock 9 Rock 10 Rock 11 Rock 12 Rock 13 Rock 14 Rock 15 Rock 16 Rock 17 Rock 18 Rock 19 Rock 20 Progressive Elec Dance 3 Elec Dance 4 Elec Dance 5 Elec Dance 6 Elec Dance 7 Elec Dance 8 Elec Dance 9 Elec Dance 10 Acid Jazz Techno Hip Hop House Jungle Dance Pop Waltz 1 Pop Waltz 2 Pop Waltz 3 Pop Waltz 4 Simple Waltz 1 Simple Waltz 2 3/4 Brush 5/4 Fusion 5/4 Swing 5/8 Progress 6/4 Fusion 6/8 Progress 6/8 Swing 7/4 Fusion 7/4 Swing 7/8 Progress
65
Lijst van de Setups Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP]) (p. 34) “RHY:” Deze Setups laten toe om een ritme te spelen met de spontaneïteit van een echte jamsessie. Probeer het zeker eens. Meer informatie over ritmes vindt u in Ritmepatronen spelen ([RHYTHM]) (p. 32).
[PIANO] S.11 S.12 S.13 S.14
[E.PIANO] S.21 S.22 S.23 S.24
*
S.41 S.42 S.43 S.44
Phaser Pad RHY:Bigband Strings&Winds RHY:Swing Vibe
[GUITAR/BASS]
RHY:Jazz Trio2 Harpsi/Strings RHY:Latin Piano&Pad 2
[ORGAN] S.31 S.32 S.33 S.34
[STRINGS/PAD]
Piano&Pad 1 RHY:Jazz Trio1 Bright Pad 3D Effect
S.51 S.52 S.53 S.54
RHY: Rock Synth Brass RHY:Jazz Trio3 Warm Pad
[VOICE/SYNTH] S.71 S.72 S.73 S.74
RHY:Trance Large Choir RHY:Piano/EP Humanizer
[RHY/GM2] S.81 S.82 S.83 S.84
RD SETUP RD SETUP RD SETUP RD SETUP
[BRASS/WINDS]
Organ Split RHY:Jazz Funk Cathedral RHY: R&B Groove
S.61 S.62 S.63 S.64
Orchestra Flute/E.Piano RHY:SwingPop Comp Piano
De Setups nr. 81–84 (RD SETUP) bevatten de “Basic Setup”. Gebruik deze wanneer u Setups van nul creëert.
Lijst van de sneltoetsen U kunt de instellingen voor de volgende functies makkelijk wijzigen met een aantal toetsen. *
66
“[A] + [B]” betekent dat u [A] ingedrukt houdt en op [B] drukt. Wat wil u doen?
Handeling
Pag.
Het type Sound Controller instellen
[SOUND CONTROL] + [INC/DEC]
p. 30
De diepte van de reverb instellen
[REVERB] + [INC/DEC]
p. 27
De diepte van de reverb voor elke Tone instellen
[REVERB] + [ZONE LEVEL SLIDER]
p. 41
Het aantal toegepaste multi-effecten instellen
[MULTI EFFECTS] + [INC/DEC]
p. 28
De hoeveelheid transpositie instellen
[TRANSPOSE] + [INC/DEC] [TRANSPOSE] + toets
p. 25
Ritmepatronen instellen
[RHYTHM] + [INC/DEC]
p. 32
Het volume van de ritmepatronen instellen
[RHYTHM] + [ZONE LEVEL SLIDER]
p. 33
De Split Point-toets instellen
[SPLIT] + [INC/DEC] [SPLIT] + toets
p. 23
V-LINK op “On” en “Off” zetten
[SHIFT] + [SOUND CONTROL]
p. 51
Het type reverb instellen
[SHIFT] + [REVERB]
p. 27
Het type multi-effecten instellen
[SHIFT] + [MULTI EFFECTS]
p. 29
MIDI TX op “On” en “Off” zetten
[SHIFT] + [MIDI TX]
p. 47
Het tempo van het ritme instellen
[SHIFT] + [RHYTHM]
p. 33
De aanslaggevoeligheid instellen
[SHIFT] + [LOWER SELECT]
p. 26
MIDI-implementatietabel DIGITAL PIANO
Date : Oct. 20, 2004
MIDI Implementation Chart
Model RD-300SX
Transmitted
Function...
Version : 1.00
Recognized
Remarks
Basic Channel
Default Changed
1 1–16
1–16 1–16
Mode
Default Messages Altered
Mode 3 x
Mode 3 Mode 3, 4(M=1)
Note Number :
True Voice
**************
0–127 0–127
Velocity
Note ON Note OFF
O x 8n v=64
O x
After Touch
Key’s Ch’s
x x
O O
O
O
O O x x O O O O x O O x x x x x x x x x O O x x
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O (Reverb) O (Chorus) x O
Bank select Modulation Portamento time Data entry Volume Panpot Expression Hold 1 Portamento Sostenuto Soft Resonance Release time Attack time Cutoff Decay time Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay Portamento control Effect1 depth Effect3 depth NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB
0–127 **************
O 0–127
Program number 1–128
O
O
Pitch Bend 0, 32 1 5 6, 38 7 10 11 64 65 66 67 71 72 73 74 75 76 77 78 84 91 93 98, 99 100, 101
Control Change
Prog Change
: True Number
System Exclusive
**************
0–127
System Common
: Song Pos : Song Sel : Tune
x x x
x x x
System Real Time
: Clock : Commands
x x
x x
Aux Message
: All sound off : Reset all controllers : Local Control : All Notes OFF : Active Sense : Reset
x x x x O x
O (120, 126, 127) O x O (123–125) O x
Notes
*1
* 1 Recognized as M=1 even if M≠1.
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
O : Yes
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
X : No
67
Technische specificaties RD-300SX: digitale piano (conform General MIDI 2-systeem)
•
•
Klavier
DC 9 V (adapter)
88 toetsen (Compact Progressive Hammer Action-klavier)
•
•
Part
•
Maximale polyfonie
• Gewicht
Wave-geheugen
15,5 kg
64 M bytes (16-bit lineair equivalent)
•
•
•
Tones
Accessoires
Gewone Tones:
70
Handleiding
General MIDI 2 Tones:
256
USB-installatiehandleiding
Ritmepatronen:
5
Cd-rom (Roland Digital USB Driver)
General MIDI 2 Ritmepatronen:
9
Demperpedaal (DP-8) Adapter (PSB-1U)
Setups
Netsnoer
32
•
Afmetingen 1408 (B) x 336 (D) x 134 (H) mm
128 stemmen
•
Opgenomen vermogen 11 W
16 Parts
•
Voeding
•
Effecten
Opties Klaviersteun:
Multi-effecten:
78 soorten
Reverb:
4 soorten
Sound Control
Demperpedaal:
DP-8
Voetschakelaar:
BOSS FS-5U, FS-6 (TRS-aansluitingen kunnen niet worden gebruikt.)
Expressiepedaal:
EV-5, EV-7
2-bands digitale equalizer
•
Ritmepatronen
KS-12
Pedaalschakelaar: DP-2
MIDI-implementatie
185 stijlen
•
Controllers Zone Level-regelaar x 2 Equalizer-knoppen Pitch Bend/Modulation-hendel
•
Display 7 segmenten, 3 tekens (LED)
•
Aansluitingen Hoofdtelefoonaansluiting: 1/4 inch stereo-aansluiting voor hoofdtelefoon Output-aansluitingen (L/MONO, R) 1/4 inch aansluiting voor hoofdtelefoon Pedaalaansluitingen (DAMPER, CONTROL)l 1/4 inch TRSaansluiting MIDI-aansluitingen (IN/OUT) USB-aansluiting (MIDI) DC IN-aansluiting
68
962a * In het belang van productverbetering zijn de specificaties en/of uitvoeringen van dit apparaat onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande waarschuwing.
Index A Aanslaggevoeligheid .................................................... Aansluiten Computer .................................................................. externe apparatuur .................................................. Externe MIDI-klankgeneratoren ........................... Externe sequencer .................................................... Netsnoer .................................................................... Pedalen ...................................................................... Aardterminal .................................................................. Attack Time ....................................................................
G 26
Grondnoot ...................................................................... 38
50 12 47 48 11 12 10 41
H
B Bend Range .................................................................... Bender-hendel ................................................................ Bulk Dump Setup .......................................................................... Temporary ................................................................
42 30 44 44
I INC .............................................................................. 9, 16
K Kabelhaak ....................................................................... 10 Key ................................................................................... 38 KEY TOUCH .................................................................... 9 Key Transpose ............................................................... 43 Keyboard controller-gedeelte ...................................... 16 Keyboard Modes ........................................................... 20 Klankgenerator-gedeelte .............................................. 16 Klavier, aanslaggevoeligheid ...................................... 26
L
C Common ......................................................................... CONTROL ...................................................................... Control Pedal Switch .................................................... Control Pedal-functie .................................................... Controlepedaal, polariteit ............................................ Cutoff ..............................................................................
HIGH-knop ...................................................................... 9
40 10 43 40 39 41
D DAMPER ........................................................................ 10 Damper Pedal Switch ................................................... 43 DC In-aansluiting .......................................................... 10 DEC ............................................................................. 9, 16 Decay Time ..................................................................... 41 Demo Play ...................................................................... 17 Demperpedaal, polariteit ............................................. 38 DISPLAY .......................................................................... 9 DUAL .......................................................................... 9, 21 Dual Mode ................................................................ 20–21
E EDIT ............................................................................ 9, 37 Edit Common ................................................................... 40 Part ............................................................................. 43 System ....................................................................... 37 Tone-parameter ........................................................ 41 Utility ......................................................................... 44 Zone-parameter ....................................................... 42 ENTER .............................................................................. 9 EQUALIZER .............................................................. 9, 31 EXIT ................................................................................... 9
F Factory Reset .................................................................. 45 Fine Tune ........................................................................ 42 Foutmeldingen .............................................................. 59 FUNCTION ...................................................................... 9
Lijst van de effecten ...................................................... 55 Lijst van de ritmepatronen ..................................... 62, 65 Lijst van de sneltoetsen ................................................. 66 Lijst van de Tones .......................................................... 60 Local Control .................................................................. 46 Lock Panel .......................................................................... 36 LOWER SELECT ....................................................... 9, 24 LOW-knop ........................................................................ 9
M Master Tune ................................................................... 15 Master Tuning ................................................................ 38 Master-klavier ................................................................ 47 MFX Zone ....................................................................... 40 MIDI ................................................................................ 47 MIDI TX ............................................................................ 9 MIDI Tx Mode ............................................................... 46 MIDI-aansluitingen ....................................................... 10 MIDI-implementatietabel ............................................. 67 MODE ............................................................................... 9 Modulation Switch ........................................................ 43 Modulation-hendel ................................................... 9, 30 MULTI EFFECTS ....................................................... 9, 28 Multi-effecten ................................................................. 40 Diepte ........................................................................ 28 Rotary-effect ............................................................. 29 Type ........................................................................... 29
O ONE TOUCH ................................................................... 9 Opnemen ........................................................................ 48 OUTPUT R/L(MONO)-aansluitingen ....................... 10 Overbrengen Setups ........................................................................ 44
P Pan ................................................................................... 43 Panel Lock ...................................................................... 36
69
Index
Part ............................................................................ 16, 43 Pedaalfunctie ................................................................. 40 PEDAL-aansluitingen ................................................... 10 PHONES-aansluiting .................................................... 10 ONE TOUCH ............................................................. 9, 18 Pitch ................................................................................. 38 Pitch Bender Switch ...................................................... 43 Pitch Bend-hendel ........................................................... 9 Polariteit Controlepedaal ......................................................... 39 Demperpedaal .......................................................... 38 POWER ........................................................................... 10 Problemen oplossen ...................................................... 52 Program Change Messages .......................................... 39
Tonica .............................................................................. 38 Toonhoogte .................................................................... 30 TRANSPOSE .............................................................. 9, 25
R
W
Release Time .................................................................. 41 Resonance ....................................................................... 41 Restoring Factory Reset ............................................................ 45 REVERB ...................................................................... 9, 27 Reverb Send Level ......................................................... 41 Reverb-effect Diepte ........................................................................ 27 Soort ........................................................................... 27 RHYTHM ................................................................... 9, 32 Ritme Patroon ...................................................................... 32 Tempo ....................................................................... 33 Volume ...................................................................... 33 Rotary-effect ................................................................... 29
S Setup ............................................................................... 34 Setup Bulk Dump .......................................................... 44 Setup Control Channel ................................................. 39 Setup Pedal Shift ........................................................... 39 SHIFT ................................................................................ 9 Single Mode ................................................................... 20 Single Modus ................................................................. 20 SOUND CONTROL .................................................. 9, 30 SPLIT ........................................................................... 9, 22 Split Mode ................................................................ 20, 22 Split Point ....................................................................... 23 Stemmen ......................................................................... 15 Stemming ........................................................................ 38 Stretch Tune ................................................................... 38 System ............................................................................. 37
T Temperament ................................................................. 38 TEMPO ............................................................................. 9 Tempo Ritme ......................................................................... 33 Terugzenden .................................................................. 45 Tone ................................................................................. 16 TONE SELECT-knoppen ............................................... 9 Tone-parameter ............................................................. 41
70
U USB-aansluiting ............................................................. 10 USB-modus ..................................................................... 50 USB-stuurprogramma ............................................ 39, 50 Utility .............................................................................. 44
V Velocity ........................................................................... 26 V-LINK ........................................................................ 9, 51 VOLUME-regelaar .................................................... 9, 14 WRITE ......................................................................... 9, 35
Z Zone ........................................................................... 16, 24 ZONE LEVEL-regelaars ........................................... 9, 24 Zone-parameter ............................................................. 42
Voor EU-landen Dit product beantwoordt aan de vereisten van Europese Richtlijn 89/336/EEC.
03785945
’04-11-1N